Loots, Cornelis
Nederlands dichter en vertaler (Amsterdam 6.6.1765 – Amsterdam 10.10.1834). Al jong ging Loots werken op een handelskantoor als boekhouder. In 1796 legde hij de eed af als makelaar. Loots was vooral autodidact met een grote belangstelling voor Vondel. Onder leiding van de boekhandelaar P.J. Uylenbroek ontwikkelde Loots zich tot de door zijn tijdgenoten zeer gewaardeerde dichter. Na 1795 verschenen talrijke lierzangen, leerdichten en vaderlandse historiedichten, zoals De overwinning der Nederlanders, by Chattam (1799) en De volkswoede, toegezongen aan de nagedachtenis van de gebroeders de Witt (1802). Met zijn leerdichten De dwinglandij (1800), Lof van den burgerstand (1809) en De slavenhandel (1814) toonde hij zich een vertegenwoordiger van de verlichtingsidealen. Toen onder druk van de Franse overheersing het Amsterdamse toneelbestuur de Lucretia van Tollens niet durfde op te voeren, droeg Loots zijn dichtstuk De Batavieren, ten tyde van Cajus Julius Cezar (1805) voor bij het Genootschap Concordia et Libertate, een tekst waarin duidelijk een parallel getrokken wordt met de verhouding met Frankrijk en de rol van Napoleon. Het dichtstuk was aanleiding om een verzoek tot in hechtenisneming van Loots te doen uitgaan, maar Lodewijk Napoleon heeft daar geen gehoor aan gegeven.
Loots was een vurig patriot en een voorstander van de Bataafse republiek. Hij wees de toenemende Franse invloed sterk af. Dat blijkt onder meer uit zijn Aanspraak aan het Bataafse volk wegens de aanneming der Staatsregeling (1798), Melpomené, voorgesteld door Johanna Cornelia Wattier, aan de kunstlievende burgery, in de nationale schouwburg der Bataafsche republiek (1799) en De Hollandsche taal (1814).
Loots was bevriend met Tollens en Helmers. In 1803 was hij met Helmers’ zuster Elisabeth getrouwd. Net als zijn beide vrienden was Loots een geliefd spreker en voordrager van eigen werk bij tal van negentiende-eeuwse genootschappen. Zo trad hij met werk op bij de Hollandsche Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen, Felix Meritis en de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Voor het Amsterdams tooneel vertaalde hij een aantal stukken uit het Frans en het Duits.
Koning Willem I bekroonde zijn loopbaan met de pas in het leven geroepen Ridderorde van de Nederlandse Leeuw. In 1855 werden Loots’ Nagelaten gedichten (2 dln) uitgegeven door Tollens en M.C. van Hall.
Literatuur: BNTL; BWN; NNBW; Oosthoek; WP-lexicon; M. Siegenbeek, ‘Levensbericht C. Loots’, in: Jaarboek Mij Ned. letterkunde 1835 (1835), p. 10-16; C.G.N. de Vooys. Nederlandse letterkundigen tegenover de Franse overheersing (1945); L. Jensen, ‘Controversiële helden’, in: De negentiende eeuw 31 (2007) 1, p. 4-21.
G.W. Huygens en G.J. van Bork
[Ingrijpend gewijzigd, maart 2008]