Lokhorst, Emmy van
Emma Pauline van Lokhorst, Nederlands prozaschrijfster (Den Haag 26.8.1891 – Amsterdam 27.5.1970). Van Lokhorst bezocht de kweekschool in Arnhem en stond in Amsterdam korte tijd voor de klas. Na haar huwelijk met schrijver en journalist Hans van Loon in 1916 vertrok het echtpaar naar Parijs, waar Emmy van Lokhorst Frans studeerde aan de Sorbonne.
In 1917 debuteerde Van Lokhorst met de roman Phil’s amoureuze perikelen, aanvankelijk in afleveringen verschenen in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Het is een roman waarin de erotische ontwikkeling van een jonge vrouw beschreven wordt in zes ‘liefdesdrama’s’ tot aan haar huwelijk. Na deze roman verschenen in hoog tempo nog enkele romans over de verwikkelingen rond een jonge vrouw en de liefde. Door haar openhartige beschrijving van ontluikende erotische gevoelens was de kritiek nogal verdeeld in haar oordeel over deze romans. Sommige critici vonden ze schokkend en anderen juist openhartig en doorvoeld. Intussen bleken haar romans een groot verkoopsucces.
Emmy van Lokhorsts literaire productie was groot en veelal gïnspireerd op haar tubulente liefdesleven. Ze onderhield tal van relaties, onder meer met Kees van Bruggen, D.A.M. Binnendijk, Martinus Nijhoff en Willem Pijper. Voor Pijper schreef ze het libretto van de opera Halewijn (1933) op basis van materiaal van Nijhoff.
Behalve romans, verhalen en novellen voor volwassenen, zoals De zonnewijzer (1928), Droomen (1930) en Aanloop (1935), schreef Van Lokhorst ook jeugdliteratuur met boeken als Jessy en de anderen (1938) en Veronica (1940). In 1941 verzorgde ze samen met Victor E. van Vriesland een bloemlezing Novellen en gedichten als boekenweekgeschenk.
Na WOII verschenen nog twee romans over de Duitse bezetting en het verzet: Onwankelbaar (1946) en Weerlicht (1948). Daarna hield ze zich vooral bezig met organisatorisch en redactioneel werk. Ze was redactielid van Ad Interim en De Gids. Ze schreef over Franse literatuur in De Groene Amsterdammer. Daarnaast was ze secretaris van de Vereniging van Letterkundigen en vast toneelmedewerkster van het VARA-radioprogramma De artistieke staalkaart van 1953 tot 1965.
Haar uitvoerige dagboekaantekeningen en de talloze brieven die ze wisselde met allerlei figuren uit het culturele leven worden bewaard in het Letterkundig Museum. In 1988 verscheen uit deze verzameling haar correspondentie met Anna Blaman in Ik schrijf het je grof-eerlijk, een uitgave verzorgd door A. Meinderts. In 1964 werd Emmy van Lokhorst koninklijk onderscheiden vanwege haar culturele verdiensten.
Literatuur: BNTL; BWN; Oosthoek; WP-lexicon; C. de Dood, ‘Halewijn of de muzikale Landru’, in: Links richten (reprint, 1973), p. 242-248; M. Nijhoff, [Over Emmy van Lokhorst], in: Verzameld werk (dl 2, 1982), p. 110, 144-147; M. Pruis, ‘’Laten we in alle stilte lang en zacht van elkaar houden’, sublieme momenten van Emmy van Lokhorst en Martinus Nijhoff’, in: Jaarboek Letterkundig Museum 4 (1995), p. 77-104.
G.J. van Bork
[Herschreven, februari 2008]