Leeuwen, Joke van
Johanna Rutgera van Leeuwen, Nederlands kinderboekenschrijfster, illustratrice, cabaretière, romanschrijfster en dichteres (Den Haag 24.9.1952). Van Leeuwen studeerde grafische kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en het Hoger Sint-Lukasinstituut te Brussel. Vervolgen studeerde ze geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel.
In 1978 debuteerde Van Leeuwen met het kinderboek De Appelmoesstraat is anders, dat ze zelf illustreerde. Op het Camerettenfestival werd ze bekroond en daarna maakte ze zes jaar lang deel uit van het cabaretcircuit en trad ze veelvuldig op in theaters en op festivals. Na een lange onderbreking keerde ze in 2004 terug in de wereld van het cabaret.
Intussen had ze voor haar kinderboek Een huis met zeven kamers (1979) zowel de Gouden Penseel als de Zilveren Griffel gekregen. De kinderboeken van Joke van Leeuwen zijn grillig, vol associatieve verbanden en komische voorvallen of woordspelletjes. In Iep! (1996) is er bijvoorbeeld sprake van een vondeling zonder armen, maar met vleugels waarmee ze ook echt kan vliegen. Het kind wordt opgenomen in het huis van een kinderloos echtpaar, maar vliegt op een dag weg. Daaruit volgen dan allerlei komische verwikkelingen tijdens de zoektocht. Voor dit boek kreeg Van Leeuwen de Woutertje Pieterse-prijs. Beeld en tekst zijn sterk op elkaar betrokken en het lijkt alsof ze op een naïeve manier vertelt en tekent. Voor Deesje (1985) kreeg ze in 1986 een Zilveren Penseel en een Gouden Griffel, en bovendien de Deutscher Jugendliteraturpreis 1988. Daarna volgden nog een aantal Griffels en Penselen voor haar kinderboeken, zoals voor Ik ben ik (1995) en Heb je mijn zusje gezien? (2006). In 2000 kreeg ze de Theo Thijssen-prijs voor haar hele kinderboekenoeuvre tot dan toe.
In 1994 verscheen voor het eerst een dichtbundel voor volwassenen onder de titel Laatste lezers. Ook in haar gedichten maakt Van Leeuwen gebruik van associatieve sprongen en droomachtige beelden, waardoor haar poëzie surrealistisch lijkt. Ze kreeg voor deze bundel tijdens Poetry International 1995 de Cees Buddingh’-prijs. Soms is niet eens goed uit te maken of Joke van Leeuwen nu voor kinderen schrijft of voor volwassenen. Zo werd Bezoekjaren (1998) door Cyriel Offermans beoordeeld als ‘literatuur van het hoogste niveau’ en ook als lectuur voor volwassenen aangeraden. Met Vrije vormen (2002) schreef ze een kunstenaarsroman die duidelijk voor volwassenen bedoeld was. Daarin komt onder meer het allochtonenvraagstuk aan de orde. Intussen bleef ze ook speelse en beeldende poëzie publiceren met bundels als Vier manieren om op iemand te wachten (2001), Tussentijd (2002) en Wuif de mussen uit (2006). In Fladderen voor de vloed (2007) verzamelde ze haar gedichten.
In opdracht van de Stichting Ons Erfdeel schreef en illustreerde Joke van Leeuwen een boek over de ontwikkeling van het Nederlands: Waarom een buitenboordmotor eenzaam is […] (2004). Deze met humor en vaardigheid geschreven taalgeschiedenis voor kinderen boven de tien jaar werd niet alleen bekroond met een Zilveren Griffel, maar ook vrijwel onmiddellijk herdrukt omdat het boek ook onder volwassenen veel gelezen werd.
Er zijn weinig auteurs die voor hun werk op zo’n indrukwekkende lijst van bekroningen kunnen bogen als Joke van Leeuwen. Bovendien is ze verschillende keren genomineerd voor grote internationale prijzen, zoals de Gouden Uil 1996 in Vlaanderen, die ze in 1997 ook daadwerkelijk kreeg, de Hans Christiaan Andersen-prijs van 2002 en de Astrid Lindgren-prijs 2006.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; L. de Block e.a., ‘C. Buddingh’-prijs voor nieuwe Nederlandse poëzie 1995’, in: Poetry International Rotterdam (1995) II, p. 1-4; H. d’Ancona, ‘Juryrapport Woutertje Pieterse Prijs 1997 voor Joke van Leeuwen’, in: Literatuur zonder leeftijd 11 (1997) 41, p. 5-12; L. Brandt Corstius, ‘Woutertje Pieterse Prijs 1999’, in: Literatuur zonder leeftijd 13 (1999) 49, p. 205-209; C. Offermans, ‘Het primitief epische. Het kinder- en jeugdboek als vrijplaats’, in: De ontdekking van de wereld. Essays (2000), p. 263-276; J. Linders, ‘Op ’t randje van twee werelden. Over leven en werk van Joke van Leeuwen’, in: Ons Erfdeel 44 (2001) 2, p. 200-210; B. Boonstra e.a., [N.a.v. de Theo Thijssen-prijs 2000], in: Literatuur zonder leeftijd 15 (2001) 54, p. 108-118; A. Leysen, ‘Le sérieux de la légèreté: Joke van Leeuwen’, in: Septentrion 35 (2006) 3, p. 40-53.
G.J. van Bork
[Nieuw, januari 2008]