Leeuwen, Freek van
Frederik van Leeuwen, Nederlands dichter (Leiden 25.2.1905 – Leiderdorp 9.6.1968). Van Leeuwen werkte als arbeider in een conservenfabriek en in de textielindustrie. Hij was lid van de Arbeiders Jeugd Centrale en schreef al vroeg door C.S. Adama van Scheltema beïnvloede gedichten. Opgemerkt door Henriëtte Roland Holst werden zijn gedichten opgenomen in de door haar geredigeerde bundel Tijdsignalen (1929), waarin ze poëzie van jonge en talentrijke dichters uit socialistische kring verzamelde. De belangrijkste thema’s in Van Leeuwens poëzie zijn de economische crisis en de grote werkeloosheid als gevolg daarvan. Een belangrijke rol ook speelt het thema van de eenzaamheid, waarschijnlijk mede ingegeven door Van Leeuwens aanvankelijk niet erkende homoseksualiteit.
Na een kort verblijf in Antwerpen vestigde Van Leeuwen zich in Rotterdam. Daar werd hij lid van het arbeidersschrijverscollectief Links Richten, waarin kunst gezien werd als een middel tot arbeidersemancipatie. Bij Links Richten verscheen ook Van Leeuwens eerste zelfstandige poëziebundel Uitverkoop (1932). In 1932 en 1933 werd het maandblad Links Richten uitgegeven, waarvan Van Leeuwen samen met Jef Last redactielid was.
In 1934 verscheen de bundel poëzie Door het donker, waarin hij de verzen van Uitverkoop opnam met enkele nieuwe gedichten.
Vanaf Het lied van de zwerver (1936) gaat religie een steeds grotere rol spelen in de poëzie van Freek van Leeuwen. In Herdersgave (1940) baseert hij zich op het evangelie, waaraan hij een eigentijdse interpretatie geeft. Tijdens WOII publiceerde hij nog gedichten in enkele illegale bladen, vooral in De Vonk. Na de oorlog kwam de nadruk bij Van Leeuwen meer en meer te liggen op het schilderen en tekenen. Spontane ingevingen verwerkte hij daarbij in wat hij zelf zijn ‘psychogrammen’ noemde. In 2005 werd in zijn laatste woonplaats Leiderdorp een tentoonstelling van zijn werk ingericht.
Wim J. Simons heeft uit de oude en nieuwe gedichten van Van Leeuwen een bloemlezing samengesteld onder de titel Rood en wit (1955). Postuum verschenen zijn levensherinneringen in De deur op een kier (1981), een uitgave van Martin Mooij, die Van Leeuwens nalatenschap beheert.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; L.P. Boon, [Over Het simpel hart, 1948], in: De Vlaamsche Gids 32 (1948) 9, p. 570-572; B. Meyer. Van onder op! Vooroorlogse herinneringen van een Rotterdams arbeider (1971); M. Mooij, ‘Freek van Leeuwen (Leiderdorp, 25 februari 1905 – Leiderdorp, 9 juni 1968)’, in: Jaarboek Mij Ned. Letterkunde te Leiden (1968-1969) (1971), p. 165-170; M. Mooij, ‘Leeuwen, Frederik van’, in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland (dl 7, 1998), p. 126-130; K. van der Haven, ‘Dood en geboorte van een lied. Het vergeten werk van Freek van Leeuwen’, in: Vooys 20 (2002) 3/4 , p. 175-180.
G.J. van Bork
[Herschreven, januari 2008]