Leeuwen, Boeli van
Schrijversnaam van Willem Cornelis Jacobus van Leeuwen, Nederlands dichter en prozaïst (Willemstad, Curaçao 10.10.1922 – Willemstad, Curaçao 28.11.2007). Van Leeuwen verbleef van 1936 tot 1946 in Nederland (Den Haag) en werkte na zijn gymnasiumopleiding korte tijd op Curaçao bij de Shell. Daarna studeerde hij rechten in Leiden en promoveerde in 1950 in Amsterdam. Na zijn terugkeer naar Curaçao werkte hij daar als hoofd van de afdeling algemene en juridische zaken en als secretaris van de eilandengemeenschap Curaçao tot zijn pensionering in 1982. Hij werd vervolgens pro deo-advocaat en opende in een probleemwijk van Willemstad een tehuis voor alcoholici en daklozen.
In 1947 debuteerde Van Leeuwen met de in eigen beheer uitgegeven dichtbundel Tempels en woestijnen. Bekendheid kreeg hij echter pas met de roman De rots der struikeling (1959), waarvoor hem in 1961 de Vijverberg-prijs werd toegekend. De roman geeft een beeld van het leven op Curaçao door middel van de zwervende hoofdpersoon die bezeten op zoek is naar een onvindbare god. Ook in zijn volgende romans Een vreemdeling op aarde (1963) en De eerste Adam (1966) zijn de Curaçaose hoofdpersonages ontwortelden. Problemen rond seksualiteit, verantwoordelijkheid en schuld, en de sociale omstandigheden waarin zijn personages leven, zijn de belangrijke bestanddelen van zijn romans. Ook de tegenstelling tussen Europese levensomstandigheden en normen en die op de Antillen zijn thema’s in zijn werk.
De ervaringen die Van Leeuwen opdeed als pro deo-advocaat na zijn pensionering spelen een duidelijke rol in de roman Schilden van leem (1985). Het teken van Jona (1988) is een roman vol beschouwingen over sociale kwesties en politiek. De roman speelt in twee werelden, die van een kapitalist in Panama en iemand aan de zelfkant van Curaçao. In 1990 verscheen nog de verhalenbundel Geniale anarchie.
Boeli van Leeuwen wordt samen met Tip Marugg en Frank Martinus Arion gerekend tot de ‘Grote Drie Antilliaanse schrijvers’.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; C. Debrot, ‘Verworvenheden en leemten van de Antilliaanse literatuur’, in: R.A. Römer. Cultureel mozaïek van de Nederlandse Antillen. Constanten en varianten (1977), p. 96-138; H. van der Ent, ‘Boelie van Leeuwen’, in: Uitgelezen. Reakties op boeken 8 (1985), p. 79-87; W. Rutgers, ‘Boeli van Leeuwen krijgt Cola Debrot-prijs 1983’, in: Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (1986), p. 189-197; M. Coomans-Eustatia e.a. (red.). Drie Curaçaose schrijvers in veelvoud. Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Frank Martinus Arion (1991); A.G. Broek (red.). Aangaande Boeli (1997); M. Kuypers, ‘’Na het paradijsverhaal is alles plagiaat.’ Allusies in ‘Het teken van Jona’ van Boeli van Leeuwen’, in: M. van Kempen e.a. (red.). Wandelaar onder de palmen. Opstellen over koloniale en postkoloniale literatuur, opgedragen aan Bert Paasman (2004), p. 433-444.
G. Stuiveling en G.J. van Bork
[Ingrijpend gewijzigd, januari 2008]