Lanoye, Tom
Tom Emiel Gerardine Aloïs Lanoye, Vlaams prozaschrijver, dichter, toneelschrijver en entertainer (Sint-Niklaas 27.8.1958). Lanoye studeerde Germaanse Filologie in Gent. Tijdens zijn studententijd schreef hij poëzie, trad hij op met eigen teksten en schreef prozastukken in plaatselijke bladen. Zijn eerste bekendheid kreeg hij met satirische teksten in De Zwijger en het Amsterdamse studentenblad Propria Cures. Tussen 1982 en 1984 trad hij op met een cabaretprogramma Jamboree in Vlaanderen en Nederland. In 1985 presenteerde hij een programma dat gebaseerd was op zijn verhalenbundel Een slagerszoon met een brilletje (1985). Zijn daarop volgende theaterprogramma, In de Piste (1988-1989), was een oneman-show met conférences, poëtische persiflages en visuele grappen. Onder dezelfde titel publiceerde hij al in 1984 gedichten.
In 1988 verscheen zijn eerste roman Alles moet weg, die hij vervolgens bewerkte tot filmscript.
Het werk van Lanoye is burlesk met tragikomische elementen en geschreven in een sterk beeldende stijl. Alles moet weg wordt doorgaans een schelmenroman genoemd. De hoofdfiguur is een student die zichzelf ziet als een goede verkoper en in zijn zelfoverschatting in allerlei netelige situaties verzeild raakt, waardoor hij uiteindelijk moet uitwijken naar Nederland. In het proza van Lanoye worden typisch Vlaamse toestanden beschreven en op de hak genomen. Daarbij maakt hij gebruik van de couleur locale van Vlaanderen.
De roman Kartonnen dozen (1991) geeft een ironisch, maar ook ontroerend zelfportret vol nostalgie naar zijn voorbije jeugd. Lanoye schuwt de commercialiteit niet en hij schrijft voor het publiek waar hij ook als entertainer voor optreedt. Literatuur moet in zijn opvatting in de eerste plaats onderhoudend en ludiek zijn, maar dan wel goed geschreven en goed gestructureerd. Hij keert zich tegen het avant-gardisme met zijn taalbewustheid en vormexperimenten. Hij heeft een grote affiniteit met het werk van Louis Paul Boon, aan wie hij één van zijn theateroptredens wijdde. De publiciteit rond zijn optreden is vrij groot en ook zijn populariteit bij het lezerspubliek. Een slagerszoon met een brilletje werd vele malen herdrukt en de roman Kartonnen dozen beleefde in 2007 een achttiende druk. Daar staat tegenover dat hij elke vorm van populisme afwijst, getuige zijn felle en scherpe aanvallen op het Vlaams Blok in zijn essays.
Samen met Luk Perceval bewerkte Tom Lanoye de koningsdramas van William Shakespeare tot een driedelige reeks toneelvoorstellingen onder de titel Ten oorlog (1997). Ook die bewerkingen bleken een groot succes. In datzelfde jaar begon zijn romantrilogie te verschijnen met het eerste deel daarvan, Het goddelijke monster (1997). In 1999 volgde Zwarte tranen en in 2002 het laatste deel Boze tongen. De drie romans vormen een grote familieroman waarin satirisch en vaak cynisch de Belgische politiek en het bedrijfsleven beschreven worden tegen een achtergrond van corruptie, misdaad en decadentie.
Samen met Herman Brusselmans schreef Lanoye het toneelstuk De Canadese muur (2004), een familiedrama over voetbal, drank, seksualiteit en mislukking in Vlaanderen. Lanoye schreef tal van kritieken, essays, polemieken en columns, onder meer voor het tijdschrift Humo. Een aantal columns verzamelde hij in Tekst en uitleg (2001). Kritieken bundelde hij in Het cirkus van de slechte smaak (1986) en essays onder meer in Vroeger was ik beter (1989) en Schermutseling (2007). In die laatste bundel nam Lanoye ook de Van der Leeuw-lezing op die hij op 19 september 2003 in de Martinikerk in Groningen hield. In 2005 verzamelde hij zijn gedichten onder de titel De meeste gedichten.
Het werk van Lanoye is herhaaldelijk bekroond. In 1995 kreeg hij de Arkprijs van het Vrije Woord. In 2000 werd hem de Gouden Uil Publieksprijs toegekend voor Zwarte tranen en in 2003 opnieuw voor Boze tongen. In 2007 kreeg hij de Gouden Ganzenveer. In 2004 werd Lanoye benoemd tot stadsdichter van Antwerpen.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; B. Rousseeuw. Bibliografie van en over Lom Lanoye (1979-1986) (1987); H.-F. Jespers, ‘Het Keerpunt’, in: Diogenes 5 (1989) 5/6, p. 501-516; D. van Bastelaere, ’Een nieuw boek, een nieuwe coupe’, interview in: Yang 29 (1993) 157, p. 17-28; J. Borré, ‘Le phénomène Tom Lanoye’, in: Septentrion 23 (1994) 2, p. 14-24; L. de Vos (red.). 45ste Arkprijs van het vrije woord voor Tom Lanoye (1995); J. Joosten. Tom Lanoye. De ontoereikendheid van het abstracte (1996); B. Vanegeren (red.). Naamloze Vennootschap Lanoye nv (1998); J. Houtman. Allen treft eenzelfde lot. Ten oorlog, een verhaal over macht en mens (1999); V. Neyt, ‘Perceval regisseert Lanoye: Het ontstaan van ‘Ten oorlog’ en de doorwerking in de ‘Monster’-cyclus, in: E. van Houtte en D. van Hulle (red.). Paralipomena. Tekstgenetische studies (2001), p. 127-153; A. Korteweg e.a. (red.). Beschadigde beelden (2003).
G.J. van Bork
[Nieuw, december 2007]