Kooten, Kees van
Cornelis Reinier van Kooten, Nederlands cabaretier en prozaschrijver (Den Haag 10.8.1941). Van Kooten werkte
aanvankelijk als reclametekstschrijver en later samen met Wim de Bie voor de VARA-radio als de
Klisjeemannetjes. Van Kooten schreef cabaretteksten en werkte voor de cabaretgroep Lurelei en voor de TV-programma's Hadimassa en Het gat van Nederland. Samen met De Bie richtte hij in 1972 het Simplisties
Verbond op onder welke naam tal van TV-programma's door de VPRO werden uitgezonden. Van Kooten
bediende zich van een aantal pseudoniemen: Jan Blommers, Hans van Dek, Tj. Hekking, Koot, Harry F. Kriele
en Roman Tate.
Van Kooten begon in 1967 voor de Haagse Post columns te schrijven onder de titel Treitertrends, die in 1969
onder die titel gebundeld werden. In 1970 verscheen een tweede bundel, in 1972 de Laatste treitertrends en in
1976 de bloemlezing De ergste treitertrends. In een volstrekt eigen taalgebruik, doorspekt met het jargon dat in
bepaalde kringen gangbaar is, prikt Van Kooten vrijwel alle modieuze tijdsverschijnselen in zijn columns door
en toont op die manier de loosheid van deze trends aan. In zijn latere werk, bijvoorbeeld in Koot graaft zich
autobio (1979) en Veertig (1982), die in de ik-vorm geschreven zijn, wordt de stijl minder cabarettesk en de
bouw wat gecompliceerder. Maar schijn tegenover werkelijkheid, oprechtheid tegenover glamour blijven zijn
werk beheersen, terwijl de verhalen persoonlijker van karakter worden. Zijn eerste publicatie waarin de
verhaalvorm wordt overstegen is Hedonia (1984). Hierin gaat hij op zoek naar oorsprong en persoonlijke
betrokkenheid bij het fenomeen humor. De Treitertrends werden vanaf 1984 gevolgd door een reeks bundels
Modermismen in 1984, 1986, 1989 en 1994, die in 2004 verzameld werden in Alle modermismen ooit, aangevuld
met '60 bonusmodermismen'. In Annie (2000) heeft Van Kooten op ontroerende wijze en zonder sentimentaliteit
de laatste jaren van zijn dementerende moeder beschreven.
Samen met Wim de Bie ontving Van Kooten voor zijn televisieprogramma's de Zilveren Nipkowschijf in 1974
en 1977 en in 1985 de Ere Nipkowschijf. In 1987 kreeg hij voor zijn geschreven werk de CPNB Publieksprijs en
in 2004 de Gouden Ganzenveer voor zijn 'uitzonderlijke bijdrage aan de Nederlandse geschreven cultuur'. Tot
twee keer toe kreeg hij samen met De Bie een Edison voor grammofoonplaten van het Simplisties Verbond.
Van alle typetjes die Van Kooten en De Bie op televisie speelden is een fotoboek samengesteld onder de titel
Ons kent ons (1993).
Van Kooten en De Bie hebben het Nederlandse taalgebruik verrijkt met een groot aantal taalvondsten of met de
herintroductie van in onbruik geraakte woorden uit onze taalschat. Ewoud Sanders heeft daar in 1999 een
speciale publicatie aan gewijd met Jemig de pemig!
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; E. Roskam (red.). Lezen over
Kees van Kooten (1986); J. Flamend, 'Er is leven na de satire. Over het proza van Kees van Kooten', in: Dietsche
Warande & Belfort 132 (1987) 4, p. 23-28; A.H. den Boef, 'Kees van Kooten: columnistiek, literatuur en
continuïteit', in: Literatuur 9 (1992) 3, p. 137-141; Th. van Gogh, 'Kees van Kooten', interview in: Een prettig
gesprek (1992), p. 81-91; S. van der Pol-Horvath. Kees van Kooten (1995); P. Jacobs, 'Kees van Kooten',
interview in: De beste vrienden (1997), p. 81-92; G. Komrij, 'Van Kooten, de hond en de lachende derde', in: A.
Meinderts en D. Welsink (red.). Vier lichte letterheren (Schrijversprentenboek 44, 1999), p. 84-93; B. Mellaerts,
'Het gaat tenslotte maar om wat vijf of zes mensen om je heen van jou en je werk vinden', interview in: Vurige
tongen (2001), p. 176-189.
G.J. van Bork
[Aangevuld, januari 2007]