Koetsveld, Cornelis Eliza van
Nederlands predikant en prozaschrijver (Rotterdam 24.5.1807 - Den Haag 4.11.1893). In 1825 schreef Van
Koetsveld zich in aan de universiteit van Leiden als student theologie en letteren. In 1830 werd hij predikant te
Westmaas in de Hoekse Waard, vervolgens vanaf 1838 in Schoonhoven en tenslotte vanaf 1849 in Den Haag,
waar hij ook hofprediker werd. In die laatste functie stichtte hij in Den Haag een school voor geestelijk
gehandicapten, toen nog een 'Idiotenschool' genoemd. Hij publiceerde daarover Het Idiotisme en de
Idiotenschool (1856). Van Koetsveld schreef voorts een aantal stichtelijke en theologische werken.
Als literator debuteerde hij met de schets De vriend der kranken (1838). Zijn belangrijkste literaire werk zouden
de Schetsen uit de pastorij te Mastland (1843) worden, een boek dat met de ondertitel Ernst en luim uit het leven
van den Nederlandschen dorpsleeraar anoniem verscheen. Het boek kende een grote populariteit en is nog
tijdens het leven van Van Koetsveld herhaaldelijk herdrukt. Het werd door Potgieter en Busken Huet in hun
kritieken uitermate gunstig besproken. Potgieter plaatste het in de humoristisch-realistische traditie van die tijd
en waardeerde het boek vooral vanwege de morele verheffing die eruit sprak en die voor hem reden was het
boven Beets' Camera obscura te stellen. In feite geeft Van Koetsveld een reeks realistische dorpsvertellingen
met pastorale lessen, waarbij prediking en bekering de noden van de bevolking moeten lenigen. Dat geldt
evenzeer voor de Godsdienstige en zedelijke novellen (3 dln, 1847-1853). In 1849 verscheen nog een aanvulling
op de Schetsen uit de pastorij te Mastland met De begrafenis.
Van Koetsveld schreef ook veel voor kinderen. In 1855 publiceerde hij zijn Verspreide kinderverhalen in 1857
gevolgd door Nieuwe kinderverhalen. Een volksuitgave van zijn werken verscheen in tien delen (1874-1876). M.
Stapert Eggen verzorgde in 1978 een geannoteerde uitgave van de Schetsen uit de pastorij te Mastland in de
Amstelpaperbacks.
Literatuur: BNTL; NNBW; Oosthoek; WP-lexicon; J. ten Brink, 'Cornelis Eliza van Koetsveld', in:
Geschiedenis der Noord-Nederlandsche Letteren in de XIXe eeuw (dl I, 1888), p. 242-281; J.J. Prins, 'Levens-bericht van Dr. C.E. van Koetsveld', in: Jaarboek Mij Ned. letterkunde 1893-1894 (1894), p. 91-119; C.G.N. de
Vooys. De sociale roman en de sociale novelle in het midden van de negentiende eeuw (1912); A.J. Onstenk. "Ik
behoor bij mezelf". Cornelis Eliza van Koetsveld, 1807-1893 (1973); J.W. van Hulst, 'De sociaal-(ped)agogische
theorie en praktijk van C.E. van Koetsveld', in: Pedagogisch Forum 7 (1973) 9, p. 321-344; A.J. Onstenk,
'Cornelis van Koetsveld (1807-1893). Réveilman honoris causa', in: Aspecten van het Réveil (1980), p. 173-188;
J. Meijer. Discriminatie in domineesland. C.E. van Koetsveld 1807-1893 (1981); 'Schrijven moeten wij', over
C.E. van Koetsveld, speciaal nummer van Bloknoot 2 (1993) 6.
G.J. van Bork
[Herschreven, december 2006]