Knopper, Helen
Nederlands romanschrijfster en dichteres (Naarden 18.6.1934). Helen Knopper volgde enige tijd een opleiding
aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Ze begon te schilderen en schreef een verhaal, 'Huize
Rub', waarmee ze in 1965 in De Gids debuteerde. Ed Hoornik bracht haar ertoe ook poëzie te gaan schrijven en
in 1966 verscheen de bundel Emotioneel Esperanto. Toch zal ze vooral proza blijven schrijven. In 1966
verschijnt de roman Osmose en daarna volgt een hele reeks romans en verhalenbundels. De meeste daarvan gaan
over problemen van jonge vrouwen, bijvoorbeeld over relatieproblemen of problemen met drank, drugs en
slaapmiddelen. Dat zijn de onderwerpen in de romans Wilde vlier (1989), Gouden handen (1991) en de
verhalenbundel Het geheim van de zwaan (1984). Met als ondertitel Kroniek van een kantelend evenwicht
schreef Knopper een trilogie bestaande uit de delen De pretentie (1993), De terugtocht (1995) en De bestemming
(1997). Deze trilogie geeft een beeld van drie jonge mensen die worstelen met de persoonlijke en
maatschappelijke verschijnselen die typerend zijn voor het laatste decennium van de twintigste eeuw. In Met
naam en toenaam (1986) gaf Knopper een autobiografische terugblik op de periode 1966-1984 van haar leven
aan de hand van dagboekfragmenten.
Knopper vertaalt veel uit het Engels, onder meer werk van Herman Melville, Anita Brookner en Stephen
Donaldson.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; M. de Groot, 'Gesprek door Maria de Groot', in: Wending 33 (1978)
5, p. 278-284; E. Etty, [Over Helen Knopper. De pretentie, Kroniek van een kantelend evenwicht], in: Dames
gaan voor. Nieuwe Nederlandse schrijfsters van Hella Haasse tot Connie Palmen (1999), p. 99-102.
G.J. van Bork
[Aangevuld, december 2006]