Knuvelder, Gerard
Gerard Petrus Maria Knuvelder, Nederlands letterkundige (Arnhem 25.1.1902 - Eindhoven 29.6.1982).
Knuvelder studeerde Nederlands te Tilburg en was leraar en vervolgens rector van het St. Joriscollege te
Eindhoven. Van 1927 tot 1942 was hij redacteur van Roeping, het tijdschrift van de jong-katholieken, waarin hij
zich vooral in essays uitsprak voor de groot-Nederlandse gedachte en de emancipatie van de katholieken. Zijn
katholiek-hiërarchische opvattingen en zijn aanvankelijke argwaan tegen democratie en socialisme beschreef hij
in Vernieuwing van staatsbestel (1934), 'essay over de revolutie van rechts en de katholieke staatsleer'. Het
bracht Knuvelder dicht bij de fascistische opvattingen van Kuyle en Kuitenbrouwer, maar toen die laatsten in De
Nieuwe Gemeenschap daadwerkelijke een fascistische richting insloegen, haakte Knuvelder af en koos voor De
Gemeenschap van Van Duinkerken en Engelman. Over zijn leermeester en voorganger op het gebied van de
emancipatie van de Nederlandse katholieken schreef hij de biografie Pieter van der Meer de Walcheren (1940).
Na WO II werd Knuvelder hoofdredacteur van het weekblad De Nieuwe Eeuw (1944-1954). Voorts was hij actief
als recensent, onder meer in De Tijd. In Spiegelbeeld en Kitty en de mandarijntjes bundelde hij in 1964 kritieken
en essays.
Zijn belangrijkste prestatie blijft echter het Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde (1948-1953), waarvan in 1970-1976 een geheel herziene en aangevulde vijfde druk verscheen. In dit handboek
beschrijft Knuvelder de gehele Nederlandse literatuurgeschiedenis van Noord en Zuid tot aan 1916 tegen de
achtergrond van zijn ethische en esthetische beginselen. In 1954 liet hij dit handboek volgen door het Handboek
tot de moderne Nederlandse letterkunde. Ondanks de kritiek op dit eenmanswerk zijn grote aantallen studenten
Nederlands opgegroeid met Knuvelders handboek in hun literaire bagage. De inleiding op het vierde deel van
zijn handboek verscheen ook afzonderlijk als De romantiek en haar aspecten (1974). Knuvelders herinneringen
aan 'vijftig jaar grasduinen in literatuur, zoals hij dat zelf noemde, verschenen in Onachterhaalbare tijd (1974).
Voor zijn verdiensten als literair-historicus verleende de universiteit van Utrecht hem in 1961 een eredoctoraat.
Literatuur: BNTL; WP-lexicon; F. Bonneure (red.). Liber amicorum dr Gerard Knuvelder actate sua LXX,
speciaal nummer van Raam 87-89 (1972); R.F. Lissens, 'De nieuwe Knuvelder', in: Dietsche Warande & Belfort
119 (1974) 10, p. 764-776; W.P. Gerritsen, 'Geschiedverhaal of schetskaart', in: Nieuwe Taalgids 68 (1975) 2, p.
89-109; J. Florquin, 'Gerard P.M. Knuvelder', interview in: Ten huize van ... (dl 14, 1978), p. 101-172; A.
Helman e.a. Hommage aan Gerard Knuvelder (1982); B.F. van Vlierden, 'Hommage aan Gerard Knuvelder',
speciaal nummer van Brabantia 31 (1982); L. Rens, 'De betekenis van Gerard Knuvelder', in: Ons Erfdeel 26
(1983) 5, p. 698-705; J.H.A. Elemans, 'Gerardus Petrus Maria Knuvelder. Arnhem 25 januari 1902 - Eindhoven
29 juni 1982', in: Jaarboek Mij Ned. letterkunde te Leiden 1984-1985 (1986), p. 96-107; T. Anbeek, 'Knuvelder,
de pilaarheilige', in: Levend begraven?, speciaal nummer van Literatuur 6 (1989) 6, p. 358-360; M. Sanders,
'Gerard Knuvelder op oorlogspad, of De metamorfose van een criticus', in: Nederlandse Letterkunde 6 (2001) 2,
p. 150-167.
G.J. van Bork
[Aangevuld, december 2006]