Kerckhove, Remy C. van de
Remigius Corneel van de Kerckhove, Vlaams dichter (Mechelen 25.9.1921 - Duffel 2.1.1958). Van de
Kerckhove was werkzaam bij het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg. In 1956 had hij een leidende
functie bij de organisatie van de Algemene Wereldtentoonstelling die in 1958 in Brussel werd gehouden. Hij was
een militant lid van de Belgische Socialistische Partij.
Samen met Jan Walravens richtte Van de Kerckhove in 1949 het tijdschrift Tijd en Mens op dat de experimentele
literatuur van na WO II introduceerde. Na een traditioneel debuut met religieuze liefdeslyriek in Nachtelijke
razzia (1939) verscheen in 1948 de bundel Gebed voor de kraaien. Hierin breekt hij met de gangbare klassieke
vormgeving en de conventionele beelden en symbolen. Daarvoor in de plaats komt een ethisch geladen poëzie
waarin de naoorlogse ontredderde mens centraal staat. Daarbij maakt hij gebruik van fragmentering en een vrije
associatieve beeldspraak. Zijn visie op de mens lijkt in deze poëzie sterk bepaald door het existentialisme en is
pessimistisch. Zo is zijn poëtische eenakter Ebbe en Vloed (1954) een demonstratie van de onmogelijkheid van
menselijke communicatie en van de absurditeit van het bestaan. Na de dood van Van de Kerckhove heeft Louis
Paul Boon een bloemlezing uit zijn gedichten samengesteld voor het Poëtisch Erfdeel der Nederlanden (1964). In
1974 verschenen zijn Verzamelde gedichten.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; J. Walravens, 'Radiolezing over Remy C. van de
Kerckhove', in: De Vlaamse Gids 50 (1966) 3-4, p. 31-36; Remy C. van de Kerckhove-nummer van Morgen 6
(1969-1970) 18-19; M. Wauters. Remy C. van de Kerckhove (1974); J.H.Th. Joosten, '[Over Remy C. van de
Kerckhove]', in: Feit en tussenkomst. Geschiedenis en opvattingen van Tijd en Mens (1949-1955) (1996); S.
Brijs, 'Remy C. van de Kerckhove, dichter aan de zijlijn', in: De vergeethoek (2003), p. 103-110.
D. de Geest
[Aangevuld, december 2006]