Kerckhoven, Pieter Frans van
Vlaams dichter en prozaschrijver (Antwerpen 10.11.1818 - Antwerpen 1.8.1857). Schreef ook onder het
pseudoniem Jan de Vrij. Van Kerckhoven studeerde medicijnen in Bologna van 1836 tot 1838, brak die studie af
en keerde terug naar Antwerpen, waar hij aanvankelijk werkte op het handelskantoor van zijn vader en vanaf
1849 administratief ambtenaar was. In Italië kwam hij als overtuigd katholiek in contact met de liberale en
antiklerikale Risorgimento-beweging die bepalend zou blijken voor zijn verdere progressief-liberale
ontwikkeling. In Antwerpen trachtte hij alsnog zijn medische studie te voltooien en in het studentenmilieu daar
leerde hij Jan de Laet en Hendrik Conscience kennen. Van Kerckhoven speelde na zijn terugkeer een grote rol in
het Antwerpse culturele leven als criticus, literator en als redacteur van verschillende tijdschriften, zoals De
Noordstar (1840-1842) en De Vlaemsche Rederijker (1848-1857). Van Kerckhoven heeft getracht van de
Vlaamse Beweging vooral een liberale ontvoogdingsbeweging te maken en hij heeft daarbij met zijn radicale
standpunten veel vijanden gemaakt. Vooral na zijn uitsluiting uit het 'Heilig Verbond', een pseudo-maçonnieke
flamingantenbeweging, droeg zijn soms fanatiek en onbesuisd optreden eraan bij om de kloof tussen
conservatieven en progressieven in het Vlaamse kamp te verbreden. Dit leidde tenslotte tot verwijdering van zijn
vroegere vrienden Conscience en De Laet uit de 'Olijftak' (1847), getuige de felle polemieken in de
hekelblaadjes De Schrobber (Van Kerckhoven) en De Roskam (Vleeschhouwer, Conscience e.a.) alsmede Van
Kerckhovens brochure De Vlaemsche Beweging (1847).
Van Kerckhoven liet ondanks zijn vroege overlijden een omvangrijk oeuvre na. Hij schreef een aantal romans,
zoals de spiritistische roman Ziel en lichaem (1848) en de briefroman Liefde (1851). Van die laatste roman
verzorgde Hubert Lampo in 1971 een gemoderniseerde versie. Voorts schreef hij enkele volkse toneelstukken,
zoals Boer en edel (1853), De dronkaerd (1854), Fanny (1855) en Twee katten voor een doode musch (1855).
Poëzie publiceerde hij onder meer in Gedichten en balladen (1846). Zijn werk kenmerkt zich door een sterk
romantische, soms sentimentele toon, vooral in zijn poëzie, maar is tegelijk vaak realistisch, vooral in zijn
zedekundige romans met een sociale en antiklerikale strekking, zoals in Jaek of een arm huisgezin (1842). Onder
het pseudoniem Jan de Vrij verscheen zijn roman Twee goddeloozen (1857). Tussen 1869 en 1873 verschenen
zijn Volledige werken in dertien delen.
Literatuur: BNTL; WP-lexicon; L. Baekelmans. Pieter Frans van Kerckhoven, 1818-1918 (1918); G.P.M.
Knuvelder, 'Een vrijzinnig mysticus. Pieter Frans van Keckhoven', in: Verslagen en Mededelingen Kon.
Academie voor Ned. taal- en letterkunde (1976) 1, p. 132-152; Pieter Frans van Kerckhoven 1818-1857. Vierde
colloquium Contactgroep 19de eeuw. Dr. F.A. Snellaert-comité (1989); P. Pelckmans, 'Leesgedrag en
leesverbeelding in het werk van Pieter-Frans van Kerckhoven', in: K. Wauters (red.). Verhalen voor Vlaanderen
(1997), p. 33-49.
W. Gobbers en G.J. van Bork
[Ingrijpend gewijzigd, december 2006]