Kemp, Bernard
Pseudoniem van Bernard Frans van Vlierden, Vlaams romanschrijver, essayist en criticus (Hammont 22.8.1926 -
Leuven 2.11.1980). Kemp studeerde Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven, waar hij
promoveerde op de dissertatie Guido Gezelle tegenover het dichterschap (1965). Vanaf 1968 was hij betrokken
bij de oprichting van de Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius in Brussel, waar hij hoogleraar Nederlandse en
Europese letterkunde en decaan werd.
Kemp schreef romans en essays waarin hij zijn ideeën omtrent de roman verwerkte. In zijn debuutroman Het
laatste spel (1957) tracht Kemp via zijn personages greep te krijgen op de chaos door ordening aan te brengen en
zingeving na te streven. Doorgaans is die zingeving bij Kemp van religieuze aard. Ook in de romans De
Dioskuren (1959) en De kater van Orfeus (1960) is zingeving een belangrijk thema. Verlies en dood hebben in
deze romans een louterende werking.
In zijn uitvoerige essay Van in 't Wonderjaer tot De Verwondering (1969) beschrijft Kemp de evolutie van de
Vlaamse roman vanuit een drietal relaties: werk en werkelijkheid, werk en auteur en werk en lezer. Daarbij komt
hij tot de conclusie dat er sprake is van een autonome, zelfregulerende ontwikkeling.
In Kemps laatste twee romans, De paardesprong (1976) en Het weekdier (1979), wordt de dood opnieuw aan de
orde gesteld, nu als een nieuw begin. Deze romans vertonen een ongewone, vernuftige constructie met een
wisselend perspectief of zelfs een montagetechniek.
Boekbesprekingen en essays publiceerde Kemp in de tijdschriften Streven, Roeping, Raam, Jeugd en Cultuur en
Dietsche Warande & Belfort. In De Linie en in Standaard der Letteren verzorgde Kemp tussen 1954 en 1969 een
kroniek van de Nederlandse letteren. Hij werkte mee aan het Vlaamse televisieprogramma Vergeet niet te lezen.
In 1973 werd hij voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen.
Kemp is vele malen bekroond, zowel voor zijn romans als voor zijn kritisch werk. In 1958 kreeg hij de Prijs van
de provincie Brabant voor Het laatste spel. In 1969 werd hem de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Kritiek en Essay
1966-1969 toegekend voor Van in 't Wonderjaer tot De Verwondering en in 1977 de Prijs van de provincie
Limburg voor de roman De paardesprong.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; J. de Ceulaer, interview in: Te gast bij Vlaamse
auteurs (2e reeks, 1962), p. 50-55; F. Auwera, 'Bernard Kemp', in: Schrijven of schieten? Interviews (1969), p.
227-236; M. Rutten, 'Een poëtica van de Vlaamse roman', in: Nieuw Vlaams Tijdschrift 33 (1970) 6, p. 580-606;
H. van Assche (red.). Afscheid van Bernard Kemp/B.F. van Vlierden (1980); H. Bousset (red.). Bernard Kemp
van A tot Z (1981); M. Janssens, 'Bernard -Frans van Vlierden (Bernard Kemp)', in: Jaarboek Mij Ned.
Letterkunde te Leiden (1981-1982) (1983), p. 101-106; M. Janssens, 'De maat van drie. Bernard Kemp als
essayist', in: De maat van drie. Essays over literatuur (1984), p. 202-220; L. Decorte, 'Bio- en bibliografie 'van'
en 'over' Bernard Kemp (1926-1980)' en M. Janssens, 'Ontmoetingen met Bernard Kemp', in: Vier Limburgse
prozaschrijvers, speciaal nummer van Vlaanderen 337 (1988) 223, p. 306-312, 298-306; D. Janssens. Bernard
Kemp (1995).
G.J. van Bork
[Herschreven, december 2006]