Keller, Gerard
Nederlands schrijver (Gouda 13.2.1829 - Arnhem 10.1.1899). Keller studeerde aan de Technische Hogeschool in
Delft, maar moest in 1848 vanwege de economische omstandigheden zijn studie afbreken. Van 1850 tot 1864
werkte hij als stenograaf bij de beide kamers van de Staten-Generaal. Vanuit die functie vervulde hij tevens
correspondentschappen bij verschillende dagbladen, onder meer voor de Arnhemsche Courant. Vanaf 1864 zou
hij daar tot zijn overlijden redacteur zijn. Nog voor zijn redacteurschap bij de Arnhemsche Courant schreef hij
voor De Nederlandsche Spectator, waarvan hij in 1860 mederedacteur werd, zijn toenmaals befaamde
'Vlugmaren', een rubriek die vanaf 1864 werd overgenomen door Vosmaer.
Intussen schreef Keller ook een reeks novellen. Veel daarvan zijn sociaal-realistisch en geven een kijkje in het
leven van de kleine burgerij in Den Haag. Ze laten een beeld zien van de fatsoenlijke armoede in die kringen. In
de novelle Gederailleerd (1873) breekt hij een lans voor het gezond verstand dat hij typerend acht voor de
werkende burgerij.
Kellers voornaamste werk is de roman Van huis (3 dln, 1867). Het boek werd na verschijnen veel besproken en
geprezen. Hij schreef ook voor de jeugd. Jarenlang redigeerde hij Voor 't jonge volkje en daarnaast vertaalde hij
werk van Hector Malot en Jules Verne voor de jeugd. Voorts bewerkte en vertaalde hij de Avonturen van Baron
van Münchhausen (1872) voor een uitgave met de prenten van Gustave Doré.
Zijn herinneringen aan het Haagse genootschap 'Oefening kweekt kennis' bundelde hij in 1878 onder de titel Het
Servetje. Herinneringen aan Oefening kweekt kennis door Conviva. Voor de kennis over schrijvers van de
periode 1845-1864 is het nog steeds een interessante bron. In 1967 bezorgde Wim Zaal er een uitgave van.
Keller was een geboren verteller, zowel in zijn verhalen als in zijn vele reisbeschrijvingen. Dat hij ook levendige
dialogen kon schrijven, blijkt uit zijn blijspelen: Het ganzebord of het blauwe lint (1874), Teruggekeerd (1875),
De dochter van den barbier (1878) en Het gevaarlijke nichtje (1884).
Literatuur: BNTL; BWN; Oosthoek; WP-lexicon; J. ten Brink, 'Gerard Keller', in: Geschiedenis der Noord-Nederlandsche Letteren in de XIXe eeuw (dl III, 1889), p. 38-69; J. Gram, 'Levensbericht van Gerard Keller', in:
Jaarboek Mij Ned. Letterkunde (1899), p. 210-215; C.G.N. de Vooys. De sociale roman en de sociale novelle in
het midden van de negentiende eeuw (1912); J. van der Veer, 'Gerard Keller (1829-1899)', in: Boekenpost 1
(1992-1993) 1, p. 12-13.
H.A. Wage en G.J. van Bork
[Aangevuld, december 2006]