K
Kadt, Jacques de
Nederlands essayist en politicus (Oss 30.7.1897 - Santpoort 16.4.1988). De Kadt groeide op in een vrijzinnig
joods gezin. Na zijn middelbareschoolopleiding werkte hij in Haarlem bij de PTT. In 1919 werd De Kadt lid van
de Communistische Partij Holland, waar hij al spoedig meewerkte aan het dagblad De Tribune. Politieke
meningsverschillen met de partijleiding leidden ertoe dat hij in 1923 als lid geroyeerd werd. In 1924 richtte hij
met onder meer Henriëtte Roland Holst de Bond van Kommunistische Strijd- en Propagandaclubs op, waarvan
hij secretaris werd en redacteur van het weekblad De Kommunist. In 1927 brak De Kadt definitief met het
communisme en ontwikkelde hij zich tot een fel bestrijder ervan. Hij was in 1928 toegetreden tot de SDAP en
werd mederedacteur van het oppositionele weekblad De Socialist, dat echter in 1931 door de SDAP-leiding
opgeheven werd. De Kadt verliet de SDAP en richtte in 1932 de Onafhankelijke Socialistische Partij op. Zijn
lidmaatschap van deze partij leverde hem een arbeidsverbod voor ambtenaren op en De Kadt nam ontslag bij de
PTT. Toen De Kadt in 1934 enkele maanden gevangenisstraf uitzat wegens opruiing, schreef hij het boek Van
Tsarisme tot Stalinisme (1935). Hierin rekende hij af met het Russisch communisme. In deze periode
ontwikkelde De Kadt zich tot een cultuursocialist met duidelijk elitaire trekken. Voor hem was materiële
vooruitgang niet het belangrijkste doel meer, maar vooral culturele ontplooiing. Zijn ideeën daarover zette hij op
papier in Het fascisme en de nieuwe vrijheid (1939). Met dit boek vestigde hij zijn reputatie van politiek denker
en publicist, met grote invloed op de linkse intelligentsia.
In mei 1940 vluchtte De Kadt voor het fascisme naar Engeland en vestigde zich vervolgens in Nederlands Indië.
In die Indische periode werkte hij mee aan het tijdschrift Kritiek en Opbouw. Daar ook ontwikkelde zich zijn
begrip voor de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië. Samen met de zoon van Willem Walraven verzorgde De
Kadt later een speciaal nummer van Tirade (11 (1967) 121) over deze auteur. Tijdens de Japanse bezetting
(1942-1945) werd hij in verschillende kampen geïnterneerd.
In maart 1946 keerde De Kadt terug naar Nederland en sloot zich aan bij de PvdA. Met zijn kritiek op het
Indonesië-beleid en het anti-Amerikanisme van de PvdA nam hij opnieuw een eigenzinnige positie in de partij
in. Niettemin werd hij in 1948 gekozen en werd hij lid van de Tweede kamer voor de PvdA, waar hij een rol
speelde als woordvoerder buitenlandse politiek.
Als publicist speelde De Kadt een belangrijke rol. Hij werkte mee aan de tijdschriften Libertinage, Tirade en
Hollands Maandblad, waarin hij tegendraadse essays publiceerde over politiek en socialisme. In Sal Tas en Geert
van Oorschot vond hij in die tijd belangrijke medestanders.
In 1947 verzamelde hij zijn essays over Herman Gorter in Herman Gorter, neen en ja. Het 'ja' in de titel slaat op
Gorters dichterschap waarvoor hij een grote bewondering had en het 'neen' op Gorters historisch-materialistische
opvattingen. Over andere bewonderde auteurs (onder meer M. ter Braak, H. Marsman, E. du Perron en Multatuli)
publiceerde hij essays in de bundels Verkeerde voorkeur (1936) en Verdediging van het Westen (1947). Vanaf
1965 verschenen zijn gedenkschriften in Uit mijn communistentijd (1965), Politieke herinneringen van een
randfiguur (1976) en Jaren die dubbel telden. Politieke herinneringen uit mijn 'Indische' jaren (1978). In 1991
verscheen een keuze uit zijn opstellen over politiek en cultuur in De deftigheid in het gedrang. In 1959 werd De
Kadt benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Literatuur: BNTL; BWN; WP-lexicon; J. Bank, M. Ros en B. Tromp, 'Profiel van Jacques de Kadt', in: Het
eerste jaarboek voor het democratisch socialisme (1979), p. 283-338; I.D. Verkuil, 'Jacques de Kadt en de
nieuwe vrijheid', in: Tirade 30 (1986) 302, p. 2-27; R. Havenaar. De tocht naar het onbekende. Het politieke
denken van Jacques de Kadt (1990); R. Havenaar, 'Kadt, Jacques de', in: Biografisch woordenboek van het
socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland (dl V, 1992), p. 141-145; D.L. Pels. Het democratisch
verschil. Jacques de Kadt en de nieuwe elite (1993).
G.J. van Bork
[Herschreven, december 2006]