Joostens, Renaat
Renaat Antoon Louisa Joostens, Vlaams dichter, roman- en toneelschrijver, essayist en schrijver van
kinderboeken (Mechelen 8.6.1902 - Brussel 10.10.1973). Joostens publiceerde ook regelmatig onder het
pseudoniem Albe. Onder die naam schreef hij klassieke, overwegend religieuze poëzie met een sober gebruik
van beeldspraak. In 1930 debuteerde hij met de bundel Praeludium in 1931 gevolgd door Paradijsvogel. Daarna
volgde een reeks poëziebundels die in 1967 besloten werd met Midzomerse miniaturen. Na zijn overlijden
werden zijn Verzamelde gedichten uitgegeven in 1977 met een inleiding van R.F. Lissens. Daarvoor was al een
bloemlezing uit zijn poëzie opgenomen in de reeks Poëtisch Erfdeel der Nederlanden (1962).
Eveneens onder de naam Albe was in 1946 een historische roman verschenen: Annunciata. Ossenwagens op de
kim over de grote trek van de Zuid-Afrikaanse boeren in de jaren 1836-1837. Daarop volgden meer romans, zoals
Aurita (1954), Harshof (1956), De arkvaarders (1961) en Een droomgezicht in Epidauros (1965). Het zijn
levendig vertelde verhalen met een romantische inslag. De roman In de Kempen trompt de hoorn (1948) werd in
1981 opnieuw uitgegeven onder de titel Boerenkrijg in de Kempen, met een inleiding van M. Lamend.
Onder de pseudoniemen Kapitein Zeldenthuis en Piet Punt schreef Joostens ook jeugdboeken, zoals de roman
over de tonijnvangst van De jongen van de zee (1954) die in 1982 ook opnieuw werd uitgegeven onder zijn eigen
naam.
Reisnotities verzamelde Joostens in zijn Andalusisch dagboek (1964) waarin hij tevens schrijft over de dichter
Garcia Lorca, van wie hij ook werk heeft vertaald en over wie hij in 1960 een biografie publiceerde. Daarnaast
vertaalde hij werk van Dante en Petrarca en een aantal Spaanse copla's.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; H. Diddens. Albe. Aan boord van het woord (1972); Albe-nummer
van Mededelingen Kunstenaars voor de jeugd (1974) 64; A. Demedts, 'Albes Verzamelde gedichten', in:
Dietsche Warande & Belfort 123 (1978) 78, p. 530-534; B. Peleman, 'Albe (1902-1973): 'gekwetste
paradijsvogel'', in: Geboeid maar ... ongebonden (1983), p. 141-149; H. Diddens, 'De poëzie van Albe', in: R.
van de Perre (red.). 'Een klaverblad van vier', speciaal nummer van Vlaanderen 32 (1983) 193, p. 88-94.
G.J. van Bork
[herschreven, oktober 2006]