Jong, Oek de
Oebele Klaas Anne de Jong, Nederlands prozaschrijver (Breda 4.10.1952). De Jong groeide op in een
calvinistisch milieu. Hij bezocht het gymnasium te Goes en studeerde vervolgens kunstgeschiedenis in
Amsterdam, maar brak die studie na vijf jaar af om zich geheel aan het schrijverschap te wijden.
In 1975 debuteerde hij met een verhaal in Hollands Maandblad. Daarna droeg hij met proza bij aan verschillende
tijdschriften, maar vooral aan De Revisor, waarvan hij in 1998 redacteur werd. Van 1985 tot 1987 gaf De Jong
lessen prozaschrijven aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Hogeschool in Zeist. Daarna was hij
gastdocent aan de universiteiten van Leiden en Berlijn.
In 1977 verscheen zijn officiële debuut met de verhalenbundel De hemelvaart van Massimo. Voor het daarin
opgenomen, maar eerder gepubliceerde verhaal 'De handen van Moeskops' kreeg hij in 1976 de Reina Prinsen
Geerligsprijs. In het proza van De Jong wordt gezocht naar een evenwicht tussen gevoel en verstand, macht en
geweten, natuur en cultuur. Meestal zijn de personages in zijn proza overgevoelige mensen die zich staande
trachten te houden door onbegrijpelijk, soms zelfs tiranniek of excessief gedrag, juist tegenover degenen die hen
hun affectie tonen. In zijn eerste roman Opwaaiende zomerjurken (1979) verzet het hoofdpersonage zich tegen
de liefde van zijn moeder en zijn vriendin. De roman beschrijft de drie fasen in de ontwikkeling van de
hoofdpersoon: vroege jeugd, puberteit en vroege volwassenheid. In zijn romantische poging de verloren eenheid
van individu en wereld te herstellen, hanteert hij zijn intelligentie om de chaotische werkelijkheid te
systematiseren en de ware aard van zijn gevoelens aan het licht te brengen. Maar juist door deze zelfreflectie
raakt het gevoel op drift en drijft het de hoofdpersoon tot op de grens van zelfdestructie. De roman werd door
critici buitengewoon lovend ontvangen en werd in 1980 bekroond met de F. Bordewijkprijs.
In Cirkel in het gras (1985) wordt een liefdesrelatie beschreven van twee volstrekt tegengestelde naturen,
waardoor deze relatie een gevecht wordt om macht en beheersing van de ander. Ook politiek geweld speelt een
rol in deze roman, met name de Italiaanse politiek en de ontvoering van Aldo Moro.
Met Hokwerda´s kind (2002) schreef De Jong een thrillerachtige roman die eindigt met moord. Maar ook hier
gaat het vooral om liefde, maar dan als een vernietigende oerdrift.
In Een man die in de toekomst springt (1997) bundelde De Jong een aantal essays over schilderkunst en
literatuur, waarin hij zijn persoonlijke opvatting over religie en mystiek aan de orde stelt. Voor deze essaybundel
werd hem de Busken Huetprijs 1998 toegekend.
Twee verhalen uit De hemelvaart van Massimo werden verfilmd: 'De vogelmens' voor televisie door Casper
Verbrugge in 1983 en ´Rita Koelink´ door Hubert Pouille in 2002.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; C. Peeters, 'Een moderne
Faust en zijn moeder', in: Jan Campertprijzen 1980, p. 49-67; F. Hiddema. Wat 'Opwaaiende zomerjurken'
verhullen. Psychoanalytische interpretatie van de gelijknamige roman van Oek de Jong. Bijdrage tot de
neuroseleer (1981); A.F. van Oudvorst. Over Opwaaiende zomerjurken van Oek de Jong (1984); R.A.J.
Kraaijeveld. Oek de Jong. Opwaaiende zomerjurken (1985); J. Goedegebuure, 'Dan moet hij er toch zijn als ik
hem zoek. Over literatuur en religie', in: Nederlandse literatuur 1960-1988 (1989), p. 223-244; A. Heumakers en
W. Kuipers, 'Goden en mindere goden', in: Maatstaf 39 (1991) 8-9, p. 2-12; J. Goedegebuure, 'In gesprek met
Oek de Jong. 'Ik ben tevreden met mijn tentje'', in: Literatuur 15 (1998) 1, p. 27-32; Oek de Jong-nummer van
De Revisor 25 (1998) 2; G. Komrij. De tranen der ecclesia's (1999); H. Goedkoop, 'Het bestaat - en jij bestaat
dus ook: Oek de Jong en de ontdekking van het alledaagse', in: Een verhaal dat het leven moet veranderen
(2004), p. 252-262.
J. Huijnink en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, oktober 2006]