Jong, David de
Nederlands dichter en prozaschrijver (Amsterdam 9.8.1898 - Amsterdam 6.2.1963). De Jong was een autodidact.
Hij debuteerde met socialistische verzen in Eenzame opstandigheid (1925), die evenals de gedichten van de
bundel Melancholische monologen (1927) door zijn persoonlijke omstandigheden een tragische ondertoon
hebben. Na deze gedichten publiceerde De Jong een aantal romans, zoals Een burgerkoning (1947, 19533) over
een Amsterdamse diplomaat in de zeventiende eeuw. Ook zijn eerdere roman, De stenen doolhof (1935), speelt
in Amsterdam. In 1961 verscheen opnieuw een historische roman over Hannibal de Carthager.
Persoonlijk gekleurd is De Jongs roman De glazen wand (1954) over een dichter die niet in staat is om deel uit te
maken van de realiteit van anderen.
De Jong schreef ook enkele monografieën, zoals Maurits Dekker. Zijn persoon en zijn werk (1946) en de
geromantiseerde biografie Rembrandt. Vorst der schilders (1946). Voorts vertaalde hij werk van anderen, onder
meer van Zola en Stendhal.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; S.E. van Praag, 'Karakters in een Amsterdams décor', in: Critisch
Bulletin 20 (1953) 1, p. 21-25; C.J.E. Dinaux, 'Triest, triest en triest', in: Critisch Bulletin 22 (1955) 1, p. 21-25.
G.J. van Bork
[herschreven, oktober 2006]