Jong, A.M. de
Adrianus Michiel de Jong, Nederlands prozaschrijver (Nieuw Vossemeer 29.3.1888 - Blaricum 18.10.1943). De
Jong stamde uit een rooms-katholiek Brabants landarbeidersgezin. Het gezin verhuisde in 1896 naar Rotterdam
en vervolgens naar Delft. De Jong werd onderwijzer en gaf les in Delft en Amsterdam. Daarna werkte hij als
journalist en werd in 1919 kunstredacteur van het socialistische blad Het Volk en literair medewerker van de
VARA-radio. Hij raakte bevriend met Dirk Coster, die zijn literaire mentor werd. Samen met Querido redigeerde
hij van 1927 tot 1929 het socialistisch geëngageerde tijdschrift Nu.
Na enkele sombere, door het naturalisme beïnvloede romans, zoals Ondergang (1916) en De zware weg (1917),
schreef De Jong een reeks vlot geschreven romans over eenvoudige mensen en hun Brabantse omgeving. Grote
populariteit bezorgde hem de twee cyclussen in vier delen Merijntje Gijzen's jeugd (1925-1928) en Merijntje
Gijzen's jonge jaren (1935-1938). Het is de jeugdgeschiedenis van een gevoelig en vroom Brabants jongetje en
diens vriend, de ongelovige vrijbuiter Flierefluiter. De boeken bevatten veel autobiografisch materiaal en zijn
sterk sociaal gekleurd. Merijntje Gijzen werd in 1936 verfilmd. In 1974 werd de reeks voor televisie bewerkt en
door de VARA uitgezonden.
De Jong schreef ook één van de vroegste stripverhalen. Zijn De wereldreis van Bulletje en Boonestaak met
tekeningen van G. van Raemdonck werd gepubliceerd in Het Volk en verscheen in 21 delen (1924-1935). De
strips waren buitengewoon populair.
In Frank van Wezels roemruchte jaren (1928), een samenvatting van reportages in brochurevorm die hij tijdens
WO I onder het pseudoniem Frank van Waes had gepubliceerd, beschreef hij zijn mobilisatieherinneringen
vanuit zijn antimilitaristische overtuiging. Postuum verscheen zijn geromantiseerde levensbeschrijving van G.A.
Bredero in De dolle vaandrig (1947).
In 1943 werd A.M. de Jong in zijn huis in Blaricum door SS-ers vermoord. In 1975 werd in De Jongs
geboorteplaats het A.M. de Jong-huis geopend en werd de A.M. de Jong-stichting opgericht.
Literatuur: BNTL; BWN; Oosthoek; WP-lexicon; P. Stegenga. Beschouwingen over Merijntje Gijzen's jeugd.
De kinderziel, God en het leven (1928); D. Coster (red.). In memoriam A.M. de Jong (1888-1943),
herdenkingsnummer van Critisch Bulletin 13 (1945-1946), december 1945; M.J.G. de Jong, 'Flierefluiters
apostel', in: Flierefluiters apostel (1970), p. 9-28; J. Kooijman & H. Stoovelaar (ed.). In de ban van Bulletje &
Boonestaak (1977); M. Boumans, F. Debets en G. Verlaan. A.M. de Jong. Merijntje Gijzens jeugd en het sociaal-demokraties ontwikkelingswerk. Een materiaalverzameling (1977); J. v.d. Bol en M.A. de Jong (ed.). Kijk, A.M.
de Jong. De schrijver in beeld (1980); G.H. 's-Gravesande, 'A.M. de Jong', interview in: Al pratende met ...
(1980), p. 104-117; M.A. de Jong e.a. A.M. de Jong: leven en werk. Zes voordrachten (1981); J. Rampart. Een
onderzoek naar de relatie tussen A.M. de Jong en George van Raemdonck (1981); M. Schrevel, 'Jong, Adrianus
Michiel', in: Biografisch Woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland (1992), p. 133-138; M. de Jong en J. v.d. Bol. A.M. de Jong, schrijver (2001); J. Kooijman en H. Stoovelaar (ed.). Bulletje &
Boonestaak. Feiten en verhalen (2001).
W. Gobbers
[aangevuld, oktober 2006]