Ivans
Pseudoniem van Jakob van Schevichaven, Nederlands schrijver van detectives en jeugdliteratuur (Sneek
20.6.1866 - Den Haag 20.5.1935). Van Schevichaven was de zoon van de oprichter van de Algemeene
Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente en was voorbestemd om zijn vader in dat bedrijf op te volgen.
Om die reden bezocht hij de Openbare Handelsschool in Amsterdam en studeerde vervolgens rechten aan de
Universiteit van Amsterdam. In 1888 studeerde hij daar af en promoveerde nog in datzelfde jaar op het Wettelijk
karakter van het contract van levensverzekering. Daarna trad hij in dienst van het bedrijf van zijn vader.
Aanvankelijk schreef Van Schevichaven enkele toneelstukken die ook opgevoerd werden: Een Hongaarsch duel
(1894), Zonsopgang (1898), Schipbreuk (1900) en Edel metaal (1901). Hij werkte aan een nieuw toneelstuk dat
De man uit Frankrijk zou gaan heten, maar toen dat niet vlotte werkte hij het concept om tot een detectiveroman
die in 1917 verscheen. Het boek werd zo'n groot succes dat hij nog in datzelfde jaar een tweede detectiveroman
liet verschijnen, Het spook van Vöröshegy (1917). Zijn in 1918 verschenen detective De man op de achtergrond
werd in 1922 verfilmd. Ivans schreef een groot aantal speurdersromans en thrillers. Hij liet zich daarbij vooral
inspireren door Conan Doyle's hoofdfiguren Sherlock Holmes en diens assistent Watson. Aanvankelijk voerde
hij in zijn detectives de speurder Geoffry Gill en diens secretaris en biograaf Mr. Hendriks op als hoofdfiguren.
Later schreef hij een reeks verhalen rond Miss May O'Neill en vervolgens de zogenaamde Dennenberg-serie met
Gerard Panhuis als hoofdpersonage. Vooral de Geoffrey Gill-reeks werd erg populair en delen daarvan worden
nog steeds herdrukt.
In 1921 ging de verzekeringsmaatschappij waarvoor Van Schevichaven werkte failliet. Hij schreef daarna vooral
om den brode. In 1929 trad hij in overheidsdienst in Den Haag, waar hij actief was in een functie die het
communisme in de koloniën moest tegengaan. Deze activiteiten brachten hem in nationaal-socialistisch
vaarwater.
Van Schevichaven schreef een viertal jongensboeken, waarvan Piet's groote reis (1920) het bekendst werd.
Literatuur: BNTL; BWN; W.H. Staverman, 'Het detectiveverhaal', in: Nieuwe Taalgids 49 (1956) 4, p. 200-208; R. Jans, 'De Hollandse detectiveroman als spiegel van een burgerlijke geestesgesteldheid', in: Handelingen
Zuidned. Mij. Voor taal- en letterkunde 16 (1962), p. 297-314; K. de Leeuw, E. Kok en Ch. Sienema. Een
nuchter romanticus. Leven en werk van Ivans, mr. Jakob van Schevichaven, 1866-1935 (2004).
G.J. van Bork
[Herschreven, maart 2006]