I
Ido, Victor
Pseudoniem van Hans van de Wall, Nederlands roman- en toneelschrijver (Soerabaya 8.2.1869 - Den Haag
20.5.1948). Ido was Indo-Europeaan. Hij volgde een muziekopleiding in Nederland en werd muziekleraar en
organist in Batavia. Hij schreef kunstkritieken voor het Bataviaasch Nieuwsblad. Veel van zijn romans
verschenen eerst als feuilleton in het Weekblad voor Indië. Hij speelde een belangrijke rol in het culturele leven
van Batavia en maakte vooral naam met zijn romantische toneelstukken, zowel treurspelen als blijspelen, die hij
vaak zelf regisseerde. Enkele daarvan zijn niet alleen regelmatig herdrukt, maar beleefden ook tal van
opvoeringen: Karina Adinda (1913), De paria van Glodok (1917), De dochters van den resident (1922). Veel
van zijn stukken hebben een sterk melodramatische inhoud.
In 1897 debuteerde Ido met de roman Don Juan, waarin hij zich nog vooral op de hogere standen in Nederlands-Indië richt. Pas met De paupers (1915) zal hij vanuit zijn eigen achtergronden het probleem van de Indo
aansnijden. De nooit klagende, onderdanige Indo-Europeaan wordt hier geconfronteerd met de wrok en
opstandigheid van de jongere Indo's, die zich gediscrimineerd weten. De roman biedt zo een geschakeerd beeld
van de sociale verhoudingen in Nederlands-Indië in die tijd. In 1978 werd de roman herdrukt met een nawoord
van H. Surie en een biografie door E.R. Duncan Elias.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; R. Nieuwenhuys, 'Hans van de Wall', in: Oost-Indische Spiegel
(19783), p. 297-301; R. Baay, 'Daum, Hans van de Wall en de 'kleine Indo'', in: G. Termorshuizen (red.).
Rondom Daum (1997), p. 102-112; R. Baay, 'Gal-spuwende Indo's en sinjo-scheldende blanda's', in: Indische
letteren 13 (1998) 2, p. 50-64.
G. Termorshuizen
[Aangevuld, maart 2006]