Hotz, F.B.
Frits Bernard Hotz, Nederlands prozaschrijver (Leiden 1.2.1922 - Leiden 5.12.2000). Hotz
speelde trombone in een aantal jazzbands en werkte mee aan het blad Rhythme. Al sinds zijn
jeugd schreef Hotz verhalen en een roman in de stijl van J. van Oudshoorn, maar zijn
zelfkritiek stond publicatie in de weg. Pas toen zijn verhaal ‘De tramrace’ in 1974 werd
geaccepteerd door het tijdschrift Maatstaf en de uitgever daarvan ook ander werk van hem
wilde uitgeven, brak hij door. In 1976 verscheen zijn eerste verhalenbundel Dood weermiddel
en andere verhalen, in 1978 gevolgd door Ernstvuurwerk. Verhalen. In deze verhalen, die
doorgaans in de pers zeer lovend ontvangen werden, bleek vrijwel meteen de toon gezet voor
Hotz volledig oeuvre. Steeds blijken dezelfde thema's in zijn werk terug te keren. Zijn
hoofdpersonen zijn bijna altijd mensen die zich niet thuisvoelen in hun wereld. Ze zijn
illusieloos, niet in staat hun eigen persoonlijkheid te ontwikkelen, vaak onder invloed van een
dominante vrouw. Mannelijke personages gaan gebukt onder een gevoel van schuld of een
gebrek aan eigenwaarde. Er is een nostalgische bewondering voor de jaren twintig van de
twintigste-eeuw (‘the gay twenties’) in het werk van Hotz, een periode die beschouwd wordt
als tegenstelling tot het heden van zijn personages, een heden waarin uniformiteit, napraterij,
confectie en een ‘tobberig geslachtsleven’ hoogtij vieren.Tegenover deze uniformiteit staat de
liefdevolle aandacht voor de vormschoonheid van door mensenhanden gemaakte objecten met
een uitgesproken eigen karakter.
Hotz is vooral bekend geworden als verhalenschrijver. In 1980 verscheen zijn verhalenbundel
Proefspel en andere verhalen en in 1987 Eb en vloed en andere verhalen. Toch heeft hij
meerdere keren gepoogd een roman te schrijven, maar pas met De vertekening (1991)
verscheen zijn eerste en enige roman.
Hotz heeft er steeds naar gestreefd zo doelmatig en sober mogelijk te schrijven. Voor hem is
de korte, maar rake formulering een belangrijk adagium. In 1997 bracht Hotz zijn proza bijeen
in Het werk (2 delen). Postuum verzorgde Maarten 't Hart de bundel De mooiste verhalen.
In 1978 werd de bundel Ernstvuurwerk bekroond met de F. Bordewijkprijs. Na het
verschijnen van zijn verzameld werk, werd hem in 1998 de P.C. Hooftprijs voor verhalend
proza toegekend. Van De vertekening werd na zijn overlijden een toneelbewerking gemaakt.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; A.
Korteweg en M. 't Hart, ‘Vragen aan F.B. Hotz’, interview in: Maatstaf 25 (1977) 4, p. 1-7,
26 (1978) 11, p. 12-19; A. Korteweg, ‘F.B. Hotz’, in: Jan Campertprijzen 1978 (1978), p. 49-65; A. Truijens. Over verhalen van F.B. Hotz (1981); J. Brokken (red.). Over F.B. Hotz.
Beschouwingen en interviews (1982); A. Truijens. De God van Hotz en de P.C. Hooftprijs
(1998); H.E. Schutte, ‘Terug naar de schrijverij’, in: Jaarboek Mij Ned. letterkunde 2002
(2002), p. 17-25; M. 't Hart. De man met het glas. Over F.B. Hotz (2003).
G.J. van Bork
[Herschreven, februari 2006]