Hoste, Pol
Paul Gustaaf Julia Hoste, Vlaams prozaschrijver (Lokeren 25.3.1947). Hoste studeerde
Germaanse filologie in Gent en werd leraar Nederlands en Engels. Van 1983 tot 1985 was hij
redacteur van Heibel en hij werkte als recensent mee aan De Morgen, De Nieuwe en de
Volkskrant.
Hoste debuteerde in 1979 met de roman De veranderingen, waarin hij tegen de achtergrond
van de Gentse dokwerkersstaking beschrijft hoe het engagement van een linkse intellectueel
geleidelijk wordt aangetast. In Vrouwelijk enkelvoud (1987) wordt in vijf verhalen het leven
van werkende en werkloze vrouwen en hun leefwereld getekend. Het werk van Hoste wordt
hierna steeds schijnbaar autobiografischer en tegelijk experimenteler. In Een schoon bestaan
(1989) wordt een fragmentarische autobiografie gegeven en in Een schrijver die geen
schrijver is (1991) geeft Hoste het relaas van zijn jeugdjaren. Het zijn echter ook boeken over
het schrijverschap en de schoonheid. Hoewel Hoste's proza realistisch is of lijkt, is hij er door
de experimentele vorm van zijn teksten in feite op uit de lezer zelf zijn eigen invulling te laten
geven aan het gelezene. De auteur tracht zichzelf als aandachtspunt weg te houden door een
open tekst na te streven, waarin de autoriteit van de schrijver wordt ondergraven door middel
van allerlei technieken: perspectief- en tijdswisselingen, stijlironie, meerduidigheid, etc. Hoste
past met zijn experimentele schrijfwijze in het rijtje auteurs als Sybren Polet, Daniël
Robberechts en Lidy van Marissing.
In Brieven aan Mozart (1991) heeft Hoste het accent verlegd van sociaal engagement en
vervreemding, naar zielsverwantschap, schrijverschap en onbegrip. In High Key. Monologen,
dansen en verhalen (1995) tracht Hoste via verbeelding en associatietechnieken een nieuwe
werkelijkheid te creëren. De lucht naar Mirabel (1999) wordt door Hoste het eerste deel van
een driedelig ‘carnet’ genoemd, een boek met aantekeningen, in dit geval van een vlucht van
Zaventem, via Schiphol naar Mirabel, de luchthaven van Montreal.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; H. Bousset, [Pol Hoste],
in: Grenzen verleggen. De Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986 (1988), p. 91-92; H.
Vandevoorde, ‘Eenheid en fragment. Het proza van Pol Hoste’, in: Yang 25 (1989) 144, p.
128-132; J. van Hulle, ‘Pol Hoste. Vrouwelijk enkelvoud’, in: Ik schrijf zoals ik schrijf.
Vlaams proza 1980-1989 (1990), p. 75-84; J. Gerits, ‘High key van Pol Hoste, een polyfone
tekst van een schrijver die geen schrijver is’, in: K. Geldof en B. Vervaeck (red.). Stemmen in
het magazijn (1997), p. 40-58; Pol Hoste-nummer van De Vlaamse Gids 84 (2000) 1; S.
Gillis, ‘Land in zicht. Radicaal realisme in “Montreal” van Pol Hoste’, in: Dietsche Warande
& Belfort 149 (2004) 3, p. 408-412.
G.J. van Bork
[Nieuw, februari 2006]