Hoste, Jacques
Vlaams prozaschrijver (Zingem 24.5.1950). In 1983 debuteerde Hoste met de verhalenbundel
Bier en andere verhalen. Zijn verhalen geven een somber en realistisch beeld van het
arbeidersmilieu, waarin vervreemding en eenzaamheid een belangrijke rol spelen. Zijn
prozadebuut werd door de pers zeer lovend besproken. In 1984 kreeg Hoste de Prijs voor het
beste Literaire Debuut van 1983.
In 1985 verscheen de korte roman Klokhuizen, die is opgebouwd uit de monologues intérieurs
van de hoofdpersoon en diens vader en moeder. Twee boeken van Hoste spelen in Zuid-Afrika, Aangespoeld (1988) en De papegaaien van de liefde (1991). In Aangespoeld draait het
verhaal om een berooide immigrant die buiten zijn vaderland los tracht te komen van het
burgerlijk milieu waaruit hij afkomstig is, maar terecht komt in de marge van de samenleving
en ook daar eigenlijk zijn plaats niet vindt. In De papegaaien van de liefde staan verhalen over
mensen die achter allerlei illusies aanlopen, maar in feite vastzitten in een weinig verheffende
realiteit.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; L. Lannoy, ‘Hoste, Jacques’, in: M. Janssens e.a.
Geboekstaafd. Vlaamse prozaschrijvers na 1945 (1988), p. 149-150; J. van Hulle, ‘Onvrede’,
interview in: Omtrent (1990) 2, p. 48-50; M. Janssens, ‘Zelfportret van Jacques Hoste’, in:
Dietsche Warande & Belfort 137 (1992) 1, p. 83-88.
G.J. van Bork
[Nieuw, februari 2006]