Hopman, Frits
Frederik Jan Hopman, Nederlands prozaschrijver (Amsterdam 14.7.1877 - Leiden 4.3.1932).
Hopman studeerde voor de MO-akte Engels en werd leraar in Winterswijk, Arnhem,
Terneuzen en vanaf 1918 in Leiden. In 1924 behaalde hij het doctoraalexamen Engels.
Daarvoor was hij in 1902 korte tijd als journalist werkzaam bij de Arnhemsche Courant.
Hopman schreef vooral verhalen en novellen. Zijn eerste verhaal ‘Het kruispunt’ verscheen in
De Kroniek van 6 mei 1905. Zijn eerste bundel verhalen en novellen was In het voorbijgaan
(1913). Hopmans schrijverschap is sterk beïnvloed door de Engelstalige auteurs Rudyard
Kipling en Edgar Allan Poe. Men heeft hem daarom wel het verwijt gemaakt van al te sterke
navolging. Net als het werk van deze auteurs zijn Hopmans novellen en verhalen van een
bijna gepolijste stijl, met veel verrassende wendingen. Ze zijn geschreven in een soms wat
fatalistische toonzetting. Aanvankelijk onderging Hopman vooral invloed van Van Eeden en
Ruskin, maar later verlegde zijn belangstelling zich naar Multatuli en Heine.
De roman Van de liefde die vrij wou zijn (1918) draagt als ondertitel ‘roman uit Zeeuwsch-Vlaanderen’. De stof ervoor deed hij op in zijn leraarstijd in Terneuzen.
Dagboekaantekeningen vormen de grondslag voor zijn roman De proeftijd (1916), die in
afleveringen verscheen in Elsevier. In 1918 stelde Hopman een bloemlezing samen uit de
Engelse poëzie onder de titel A hundred English poems. Voor De Gids schreef hij kritieken
over Nederlandse en Engelse literatuur. Novellen verschenen in Groot Nederland en De
Telegraaf.
In 1920 verscheen de novellenbundel Nachtwaken, waarin hij opnieuw in vertelwijze en
nauwkeurige stijl en observatie aansluit bij zijn Engelse voorbeelden.
In 1924 vertaalde Hopman Huizinga's studies Erasmus en Herfsttij der Middeleeuwen in het
Engels. Beide vertalingen worden nog steeds herdrukt. Bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant
volgde Hopman in 1927 Johan de Meester op als redacteur van de kunstrubriek.
Pas lang na zijn overlijden verschenen enkele bibliofiele uitgaven van Hopmans werk. Zijn
Autobiografische schets werd zelfs tweemaal uitgegeven (1985 en 1989) en van de
bloemlezing Het kruispunt en nog een verhaal verscheen een uitgave in 1985.
Literatuur: BNTL; WP-lexicon; A.J. van Pesch, ‘Levensbericht van F.J. Hopman’, in:
Jaarboek Mij Ned. letterkunde 1932 (1932), p. 177-192; G.H. 's-Gravesande, ‘Frits Hopman’,
interview in: Sprekende schrijvers (1979), p. 15-27; M. Nijhoff, [Over Nachtwaken], in:
Verzameld werk (dl 2, 19822), p. 43-44; G.H. 's-Gravesande, ‘Frits Hopman: 14 juli 1877 - 4
maart 1932’, in: Vergeten en gebleven (1982), p. 133-142.
G.J. van Bork
[Herschreven, februari 2006]