Hertog, Salvador
Meijer Heiman Salvador Hertog, Nederlands prozaschrijver en vertaler (Maastricht 22.8.1901
- Amsterdam 14.11.1989). Hertog stamt uit een orthodox joodse familie. Hij studeerde
rechten en wijsbegeerte in Amsterdam, maar onderbrak zijn studie om te gaan reizen. Hij
werkte vervolgens als vertaler van Frans, Fins en Engels letterkundig werk en publiceerde in
een reeks van tijdschriften.
In 1936 debuteerde Hertog als prozaïst met de schippersroman De wilde schuit. Na WOII
publiceerde hij het spionageverhaal Testament in code (1950). Daarna schreef hij novellen in
De rode deken (1965) en een kleine roman, De kleinkornelkes (1968), waarin hij zijn
jeugdervaringen met ironische distantie en fantasie beschrijft. Een groot deel van zijn eerder
verschenen proza verzamelde hij in Onwaarschijnlijk bestaan (1975). In 1980 verschenen nog
verhalen in Meijer en ik, waarin hij, zoals in meer van zijn verhalen, Meijer opvoert als zijn
alter ego. Intussen had hij ook poëzie geschreven die gebundeld werd in Morgengedichten
(1977).
Literatuur: BNTL; M. ter Braak, ‘Salvador de geus’, in: Verzameld werk (dl 6, 1950), p.
305-310; M. Janssens, ‘Kent u de kleinkornelkes?’, in: Dietsche Warande & Belfort 114
(1969) 3, p. 230-232; M. de Groot, ‘Gesprek met Salvador Hertog, geb. 1901’, in: Wending 36
(1981) 11-12, p. 641-648.
G.J. van Bork
[Aangevuld, januari 2006]