Herreman, Raymond
Raymond Arthur Herreman, Vlaams dichter, journalist en criticus (Menen, West Vlaanderen
21.8.1896 - Elsene, Brussel 6.3.1971). Herreman was bevriend met Richard Minne, met wie
hij samenwerkte aan het Zondagsblad, het letterkundig bijvoegsel van het socialistische
dagblad Vooruit. Samen met Maurice Roelants schreef hij de dichtbundel Eros (1914) en een
bundel toneelschetsen Verwachtingen (1916). Hij publiceerde die onder het pseudoniem Ray
Vere en Roelants onder het pseudoniem Maurice Minne. Tijdens WOI werkte Herreman korte
tijd als leraar en vervolgens als ambtenaar bij het Ministerie van Landbouw.
In 1921 richtte hij met Richard Minne, Karel Leroux en Maurice Roelants het tijdschrift 't
Fonteintje (1921-1924) op. Daarin werd een voorkeur uitgesproken voor een gematigd
traditionalistisch georiënteerde literatuur. 't Fonteintje zette zich af tegen het romantisch of
kosmisch expressionisme van de dichters rond Ruimte. Herreman had een voorkeur voor een
sterk individueel gerichte poëzie, waarin al te grote gevoelens getemperd werden door ironie,
zelfspot en relativerende twijfel.
In zijn eerste grote verzenbundel De roos van Jericho (1931) wordt de thematiek bepaald door
de essentiële zaken van het bestaan, geloof, dood en eeuwigheid, en dat alles verwoord met
een milde scepsis en ironische weemoed. Zijn verzen zijn steeds klassiek van vormgeving.
Voor het dagblad Vooruit schreef hij onder de titel ‘De Boekuil’ van 1929 tot 1970 dagelijks
een literaire column. Samen met Achilles Mussche en Richard Minne redigeerde hij er ‘Het
Geestesleven’, een rubriek waarin hij ook de jonge Louis Paul Boon mogelijkheden tot
publicatie bood. Herreman zag het als zijn taak om zijn lezers met literatuur in aanraking te
brengen en de opvoedkundige waarde ervan over te dragen. Die pedagogisch-moralistische
opvatting kenmerkt ook de essays die hij schreef en die hij bundelde in Zeg mij hoe gij leest
(1941) en Vergeet niet te leven. Klein handboek van het geluk (1943). Die houding heeft ook
de dagboekachtige bundel Album 1944 bepaald, die Herreman samen met Minne samenstelde.
Ook daarin is sprake van een pleidooi voor geestelijke ontplooiïng in het kader van
volksverheffing.
Herremans relativerend vermogen, zijn ironie en zelfspot en zijn individualisme maakten dat
hij aansluiting vond bij het tijdschrift Forum, zij het dat zijn redacteurschap daar maar
tijdelijk tot samenwerking met Ter Braak en Du Perron kon leiden, omdat er
meningsverschillen ontstonden tussen de Vlaamse en Nederlandse redactieleden. Langduriger
was zijn redactielidmaatschap van het Nieuw Vlaams Tijdschrift, dat hij met Herman Teirlinck
in 1946 oprichtte.
In 1938 kreeg Herreman de Staatsprijs voor Vlaamse Poëzie voor de bundel Het helder gelaat
(1935). In 1956 bezorgde F. Closset een uitgave van zijn Gedichten en in 1960 werd een
aantal Boekuiltjes gebundeld door B. Ranke.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; F. Closset. Over den dichter
Raymond Herreman (1942); F. Closset. Raymond Herreman, de dichter en de criticus (1944);
F. Closset. Die van 't Fonteintje (1948); F. Closset. Raymond Herreman (1961); J. Florquin,
‘Raymond Herreman’, interview in : Ten huize van ... (1964), p. 57-72; J. Weisgerber,
‘Raymond Herreman’, in: Jaarboek Mij Ned. Letterkunde te Leiden 1970-1971 (1972), p. 65-68; Y. T'Sjoen, ‘Literatuur en leven in een wankelbaar evenwicht. Raymond Herreman (1896-1971) en het grote vergeten’, in: Kreatief 33 (1999) 2, p. 46-66; B. Nuyens, ‘Gemoedelijke
aanbevelingen. Raymond Herreman en de repressie’, in: ZL. Literair-historisch tijdschrift 2
(2003) 2, p. 3-21; Y. T'Sjoen, ‘Kosmogonie als appelmoes. Een vroege pennentwist tussen
Raymond Herreman en Urbain van de Voorde’, in: ZL. Literair-historisch tijdschrift 3 (2003-2004) 2, p. 73-94.
G.J. van Bork
[Herschreven, januari 2006]