Hermans, Rudi
Rudi Jozef Hermans, Vlaams prozaschrijver en dichter (Heusden 26.8.1953). Hermans
debuteerde in 1983 met de roman 1000 dagen regen, waarin hij het leven op een Vlaamse
kostschool beschrijft. In 1985 volgde de roman De duivel waarschijnlijk, over het
oorlogsverleden van de vader en de oom van de hoofdfiguur uit deze roman. Beide romans
werden in de literaire kritiek overwegend lovend besproken. Dat was wat minder het geval
met Bijna het paradijs (1987), maar met de novelle Terug naar Törökbàlint (1989)
revancheerde Hermans zich. Hij kreeg er de Mathias Kempprijs voor en de novelle werd in
het Hongaars vertaald. De novelle is het verhaal van een Hongaarse vrouw die haar treurige
levensloop aan haar zoon vertelt tijdens een treinreis naar haar vaderland. Na deze novelle
volgden de romans van Hermans elkaar in snel tempo op: onder meer Witte wijven (1990),
Dertienkoning (1992), Lijfsbehoud (1998), Uitgedaagd (2000), Vreugdevuur (2001).
In 2001 verscheen een bundel gedichten onder de titel Stuk geluk en in datzelfde jaar
verscheen de roman over een weggelopen jongen en diens tirannieke vader Vuistrecht.
In 1990 kreeg Hermans voor zijn gehele oeuvre tot dan toe de Halewijn-literatuurprijs van de
stad Roermond.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; R.J. Hermans, [Schrijven], in: U. Bouchard (red.). Schrijvers
over schrijven, een witboek (1986), p. 50-53; L. Lanoy, ‘Hermans, Rudi’, in: M. Janssens e.a.
(red.). Geboekstaafd. Vlaamse prozaschrijvers na 1945 (1988), p. 146-147; J. Ector, ‘Rudi
Hermans terug naar het eigen verleden’, in: Kreatief 23 (1989) 4, p. 114-118; L. Lanoy, ‘Over
het uiteenvallen van het ik en de ander’, in: Leesidee 4 (1998) 6, p. 452-453.
G.J. van Bork
[Nieuw, januari 2006]