Herckenrath, Adolf
Vlaams dichter en toneelschrijver (Aalst 2.6.1879 - Gent 4.7.1958). Herckenrath was een
jeugdvriend van Karel van de Woestijne, die zijn Laethemsche brieven over de lente (1901)
aan hem schreef. Na een studie Germaanse filologie in Gent vestigde Herckenrath zich als
boekhandelaar en uitgever. Hij richtte het tijdschrift Nieuw Leven (1907-1910) op en later was
hij mede-oprichter van Pan. Oostvlaams bulletin voor letteren en kunst (1953-1975).
Zelf schreef Herckenrath stemmings- en natuurlyriek in Stille festijnen (1909), poëzie in de
geest van Van Nu en Straks, en Van licht en schaduw (1932). Daarnaast schreef hij enkele
toneelwerken: Memling (1946), De pestilentie van Katwijk (1947) en Heer Halewijn (1947).
Herckenrath stelde een vroege bloemlezing samen uit het werk van de Van Nu en Straks-generatie onder de titel Vlaamsche oogst (1904). In 1956 verzorgde M. Rutten een
bloemlezing uit zijn poëzie in Gedichten.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; R. Willemyns, ‘Adolf Herckenrath’, in:
Oostvlaamse literaire monografieën (dl 1, 1977), p. 145-175; K. Vervliet, ‘In stilte en
schaduw. Adolf Herckenrath, boekhandelaar, uitgever en dichter’, in: M. Daane en D. Leyman
(red.). Gent, de dubbelzinnige (2000), p. 124-137.
G.J. van Bork
[Nieuw, januari 2006]