Havelaar, Just
Willem Justus Havelaar, Nederlands prozaschrijver en schilder (Rotterdam 12.2.1880 -
Amersfoort 3.2.1930). Al jong begon Havelaar met tekenen en schrijven. Als tekenaar en
schilder was hij autodidact. Hij reisde veel en schilderde landschappen, stadsgezichten en
portretten. Van 1900 tot 1903 schreef hij stukken over beeldende kunst in Jong Holland en
andere tijdschriften. In 1915 verscheen zijn boek over Vincent van Gogh en in 1928 over
Rembrandt.
Voor zijn ontwikkeling als auteur zijn vooral de predikant-schilder Jacob Nieweg en Dirk
Coster belangrijk geweest. In 1915 werd Havelaar vast criticus van de Nieuwe Groene en in
1919 van Het Vaderland. In 1921 was Havelaar samen met Dirk Coster oprichter van het
tijdschrift De Stem. Samen verdedigden ze in dit tijdschrift een humanitair-esthetisch ideaal
waaraan zij de literatuur toetsten. Dat ethisch standpunt bracht hen in botsing met jongeren als
Du Perron en Ter Braak. Havelaar heeft zijn denkbeelden over literatuur en leven uiteengezet
in Het leven en de kunst (1923). Voor hem zijn kunst en maatschappij onlosmakelijk met
elkaar verbonden en is de samenleving en haar ontwikkeling de drijvende kracht achter grote
kunst. Schoonheid en goedheid waren voor Havelaar niet van elkaar te scheiden.
In 1927 werd Havelaar lid van de SDAP, waarin hij een rol speelde als propagandist van een
religieus socialisme, met name in de arbeidersgemeenschap van de Woodbrookers. Hij schreef
een reeks werken ter verdediging van dit religieus humanisme en tegen dogmatisme,
pessimisme en ethisch narcisme, zoals De religie der ziel (1925) en De nieuwe mens (1928).
Literatuur: BNTL; WP-lexicon; J.C. Bloem, ‘De oude mensch’, in: De Gids 93 (1929) II, 6,
p. 405-425; M. ter Braak, ‘Just Havelaar en zijn tegenstanders’, in: Man tegen man (1931), p.
83-89; M. ter Braak, ‘De moderne ketterjager’, in: Man tegen man (1931), p. 199-220; J.J.
Oversteegen, ‘Just Havelaar (1880-1930)’, in: Vorm of vent (1969), p. 102-105.
P. Minderaa en G.J. van Bork
[Ingrijpend gewijzigd, december 2005]