Gulik, Robbert Hans van
Nederlands diplomaat, sinoloog en prozaschrijver (Zutphen 9.8.1910 - Den Haag
24.9.1967). Van Gulik studeerde al tijdens zijn gymnasiumtijd in Nijmegen Sanskriet en
Chinees. In Leiden (later in Utrecht) zette hij zijn studie hierin voort, uitgebreid met Japans.
Op 24-jarige leeftijd promoveerde hij cum laude op het proefschrift Hayagriva. The
Mantrayanic aspect of horse-cult in China and Japan (1935). Samen met de taalkundige
C.C. Uhlenbeck werkte hij aan een woordenboek van de Zwartvoet-indianen.
In 1935 trad hij in diplomatieke dienst en was aanvankelijk werkzaam in Tokio, korte tijd in
Oost-Afrika en vervolgens in China. In 1959 werd hij buitengewoon gezant en later
ambassadeur in Kuala Lumpur.
Intussen was hij ook als sinoloog actief en schreef hij studies over het Chinese schrift en de
Chinese schilderkunst en muziek. Zijn studie naar de Chinese erotische prentkunst
resulteerde in Erotic colour prints of the Ming period (3 delen, 1951). Zijn vakmanschap
vond erkenning in zijn benoeming tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschappen en een professoraat in Kuala Lumpur.
Voor een groter publiek werd Van Gulik vooral bekend door zijn rechter Tie-romans. Het
zijn speurderromans rond een onkreukbare en plichtsgetrouwe geleerde jurist, met wie Van
Gulik zich sterk identificeerde. Deze detectives werden voor het merendeel eerst in het
Engels geschreven. Van Gulik baseerde zich daarbij op oorspronkelijk Chinese gegevens.
De gehele reeks rond rechter Tie wordt gewoonlijk aangeduid als de ‘Rechter Tie
Mysteries’.
Literatuur: BWN; Oosthoek; R.H. van Gulik en A.M. Evers. Bibliography of dr.
R.H. van Gulik (D.Litt.) (1968); C.C. Berg en A.F.P. Hulsewé, ‘Herdenking van R.H. van
Gulik’, in: Jaarboek Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen (1969-1970) (1970), p.
287, 290-292; Janwillem van de Wetering. Robert van Gulik, zijn leven, zijn werk (1989);
C.D. Barkman en H. de Vries-van der Hoeven. Een man van drie levens. Biografie van
diplomaat/schrijver/geleerde Robert van Gulik (1993).
G.J. van Bork
[nieuw, maart 2005]