Govaerts, Jo
Jo Maria Augusta Govaerts, Vlaams dichteres en vertaalster (Leuven 23.6.1972). Govaerts
studeerde slavistiek in Leuven. Ze verbleef enige tijd in Warschau, waar ze het werk van de
Poolse auteur Zbigniew Hebert bestudeerde. Ze vertaalde de poëzie van de Poolse dichter
Wislawa Szymborska.
Op veertienjarige leeftijd debuteerde ze met een bundel poëzie in Hanne Ton (1987). Het is
soms sarcastische, soms humoristische poëzie, maar soms is de toon uitgesproken
pessimistisch. In haar tweede bundel De twijfelaar (1989) komen introspectieve
belijdenisgedichten, kritische observaties van de werkelijkheid, maar ook wat meer
taalgerichte verzen voor. Een latere bundel als Apenjaren (1998) is een mengeling van
jeugdherinneringen, liefdespoëzie, beeldgedichten en poëzie over het mislukken van contact
via de taal. Soms experimenteert ze met taal, maar sommige verzen zijn eenvoudig
geschreven in een parlandostijl.
Literatuur: Oosthoek; Lieve de Maeyer, ‘Samenspraak met Jo Govaerts’,
interview in: Leuvense letters 3 (1987) 2, p. 23-28; Cor Hospes, ‘Dreunende zinnetjes in
mijn hoofd’, interview in: Vooys 7 (1988-1989) 4, p. 2-11; Johan de Donder, ‘Ik ben
niet langer de tiener-dichteres’, interview in: Vlaams-Brabant (1999) 4, p. 22-25.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2005]