Gelderblom, Arie
Nederlands dichter (Nieuw-Lekkerland, Z.H., 16.6.1945 - Nieuw-Lekkerland 12.12.1991).
Gelderblom werkte aanvankelijk in de boekhandel en had daarna enkele kantoorbaantjes.
Hij werd door drugsverslaving werkeloos. Vanuit zijn ervaringen met psychiatrische
behandeling en een ontwenningskuur schreef hij de gedichtenbundel Gekkenwerk (1973).
Het is een verslag van wat hij zijn ‘mishandeling’ in een psychiatrische instelling
heeft genoemd. De bundel werd na verschijnen een aantal malen herdrukt. Daarna volgden
nog enkele poëziebundels, zoals Een naam voor de huiver (1973), Gekleurde gedichten
(1974) en Zwijgen om woorden (1975). In 1977 bundelde hij drieëndertig gedichten in
Familie en andere kennissen. Het zijn enerzijds persoonlijk verwoorde gevoelens in de
omgang met familieleden en vrienden, maar tegelijk ook taalgerichte, retorische verzen. Het
mengsel van mededogen en van distantie leidt bij Gelderblom soms tot ironie of humor.
Literatuur: Oosthoek; WP-lexicon; J. Bernlef, ‘Arie Gelderblom, schrijver aan
het stille front’, in: De Gids 136 (1973) 9/10, p. 688-690; Ton Luiting, ‘Overmoed en
geouwehoer in de poëzie’, in: 't Kofschip 6 (1978) 6, p. 16-18; Adriaan Morriën,
‘Gekkenwerk: gewoon erg mooi’, in: Brood op de plank, verzameld kritisch proza
(deel 2, 1999), p. 525-527.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2005]