Geerts, Leo
Vlaams prozaschrijver, toneelschrijver en criticus (Doel 18.2.1935 - Deurne 17.8.1991).
Geerts schreef ook onder de pseudoniemen Mike Adams en Marcel van der Linden. Hij
studeerde Germaanse filologie in Leuven en werd in 1959 leraar Nederlands, Engels en
Duits in Westmalle.
Van 1964 tot 1984 was Geerts recensent van het weekblad De Nieuwe, aanvankelijk van
televisie, maar al spoedig van literatuur. In 1974 werd hij tevens redacteur van het
maandblad Streven.
In zijn eerste roman, Loeders (1975), beschrijft Geerts de bewoners van zijn geboorteplaats
Doel en de gevolgen van het kapitalistische denken op de bewoners van dit kerncentrale-dorp. Die gevolgen zijn eenzaamheid en vervreemding, waarin de tegenstellingen tussen
collectivisme en individualisme, kapitalisme en socialisme een hoofdrol spelen. Die
thematiek krijgt een vervolg in Pagadders (1982) en Dadaders (1985), waarin Geerts
eerdere personages laat heroptreden. In deze romans maakt Geerts gebruik van
verschillende verteltechnieken, zoals die van het reisverhaal, de detectiveroman, de
liefdesroman en de schelmenroman. Voorts past hij collagetechnieken toe. Geerts' proza is
grotesk, ironisch en soms absurd.
In 1979 schreef Geerts het libretto voor het muziekdrama Ulrike, een antieke tragedie,
waarvoor hij de geschiedenis van de Baader-Meinhof-groep volgde en de vraag opwerpt
hoe deze groep kon optreden als de mythische vertegenwoordiger van een generatie die
geconfronteerd werd met de tegenstelling in de vervolging van de kleine criminaliteit en de
straffeloosheid van volkerenmoord.
Na romans en toneelstukken begon Geerts zich meer en meer toe te leggen op het fenomeen
van de intertekstualiteit. Onder het pseudoniem Marcel van der Linden schreef hij een
pastiche op Mulisch' De pupil onder de titel De mentor (1988). Het boek moest niet alleen
van Mulisch' boek een tegenbeeld geven, maar het tevens overtreffen. In Sapfo's lief (1991)
doet hij iets soortgelijks met Petronius' Satyricon, waarbij hij Petronius' tekst ziet als een
spiegel van onze tijd.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; Anne Marie Musschoot,
‘Leo Geerts: bonte schelmenroman’, in: Ons Erfdeel 26 (1983) 1, p. 106-108; Joris
Gerits, ‘Hoe vrolijk is een anarchistenroman?’, in: Streven 52 (1985) 11, p. 970-972;
Koen Vermeiren, ‘Terreur in het Zirkus van de Geest!’, in: Dietsche Warande &
Belfort 131 (1986) 5, p. 378-381; Joris Gerits, ‘Leo Geerts zaait illusies in het bed van de
realiteit’, in: Ons Erfdeel 32 (1989) 3, p. 426-429; Leo Geerts-nummer van Deus ex
Machina 15 (1991) 4; Joris Gerits, ‘Het testament van Leo Geerts’, in: Streven 60
(1993) 3, p. 265-267; Marc van Alstein, ‘Over Leo Geerts: vijf jaar later’, in: Kreatief
30 (1996) 2, p. 42-45; Wim van Rooy, ‘Leo Geerts, vorm èn vent’, in: Deus ex
Machina 27 (2003) 104, p. 24-27.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2005]