Geeraerts, Jef
Jozef Adriaan Anna Geeraerts, Vlaams prozaschrijver (Antwerpen 23.2.1930). Studeerde
na het behalen van het diploma Grieks-Latijnse humaniora aan de Koloniale Hogeschool.
Van 1954 tot 1959 werkte hij als bestuursambtenaar in Belgisch Kongo. In 1959 werd hij
als vrijwilliger ingezet als bevelvoerder over een eenheid die de pacificatie van een gebied
in Katanga moest bewerkstelligen. Nog tijdens de opstanden rond de onafhankelijkheid van
Kongo keerde Geeraerts terug naar België en ging in Brussel Germaanse filosofie studeren.
Na het schrijven van een onuitgegeven roman (Heet water) publiceerde hij een verhaal in
De Vlaamse Gids. In 1961 debuteerde hij met de roman Ik ben maar een neger. Hoewel men
doorgaans Geeraerts schrijftalent erkende, bleek zijn werk inhoudelijk sterk omstreden. De
wijze waarop hij in zijn werk compromitterende uitspraken deed of op niets en niemand
ontzienende wijze over allerlei zaken schreef, leidde ertoe dat men hem soms van
fascistische of racistische tendensen beschuldigde. Dat gold bijvoorbeeld voor de
Gangreen-reeks (4 delen), waarin Geeraerts in deel 4 genadeloos afrekende met zijn ex-echtgenote. Tegen dit deel werd zelfs een antiroman geschreven door Rob Adriaensens. De
hele reeks Gangreen is sterk autobiografisch en is een uitbarsting van elementaire
levensdrift, die duidelijk beïnvloed lijkt door de primitieve Afrikaanse cultuur, waarin
ongebreidelde erotiek en een mythische verbondenheid van mens en natuur belangrijke
ingrediënten vormen.
Geeraerts romans worden voorts gekenmerkt door veel actie en een boeiende verteltrant.
Dat maakt dat zijn werk veel lezers vond en dat het met succes vertaald werd in het Engels,
Duits en Frans. Al spoedig werd het eerste Gangreen-deel, Black Venus (1967), bekroond.
In 1969 kreeg Geeraerts hiervoor de Driejaarlijkse Staatsprijs voor het proza, ook al werd
het boek vrijwel onmiddellijk op last van de Belgische justitie op beschuldiging van
pornografie en racisme in beslag genomen.
Geeraerts proza wordt gekenmerkt door een sterke dynamiek. Dat uit zich in lange zinnen
met een opzwepende vitaliteit. De afstandelijke hij-vorm wordt in de Gangreen-delen
vervangen door de ik-vorm en door vervlechting van originele documenten wordt de
authenticiteit van het vertelde nog versterkt.
Na Gangreen 4 - Het zevende zegel (1977) is Geeraerts zich gaan toeleggen op het genre
van de thriller. Kort na elkaar verschenen onder meer Kodiak 58 (1979), De Coltmoorden
(1980), Diamant (1982), Drugs (1983) en De trap (1984). Deze overgang is hem in de
kritiek vaak verweten. Hij zou zijn talent daarmee hebben vercommercialiseerd.
Jef Geeraerts was van 1969 tot 1983 redacteur van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Hij
schreef hoorspelen voor de KRO-radio en werkte met gesproken cursiefjes mee aan de
programma's van de BRT. In 1967 kreeg Geeraerts de Arkprijs van het Vrije Woord voor
De troglodieten (1966).
Literatuur: Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; Paul de
Wispelaere, ‘Heimwee naar een meeslepend leven’, in: Het Perzische tapijt (1966), p.
159-173; Fernand Auwera, ‘Jef Geeraerts’, interview in: Schrijven of schieten?
(1969), p. 36-44; José de Ceulaer, ‘Ongebreidelde levensdrift’, interview in: Elf
twintigers (1971), p. 107-114; Jef Geeraerts (1972); Jef Geeraerts-nummer van Yang 9
(1973) 49/50; Jef Geeraerts-nummer van Bzzlletin 4 (1975-1976) 30; Phil Cailleau. Jef
Geeraerts (1978; met bibliografie); Jef Geeraerts-nummer van De Vlaamse Gids 67 (1983)
2; Wilfried Hendrickx, ‘Humo sprak met Jef Geeraerts’, in: Humo, 1-11-1984, p. 52-72; Fernand Auwera, ‘Jef Geeraerts’, interview in: Engagement of escapisme? (1985),
p. 43-50; Lionel Deflo, ‘Jef Geeraerts looks back in anger’, in: Bij nader inzien
(1985), p. 24-32; Marcel Janssens, ‘Jef Geeraerts’, in: Het naakt en het roze: literaire
kritieken (1986), p. 72-112; Carlos Alleene, ‘Paranoia vind ik een heerlijk gevoel’,
interview in: Schrijvers zijn ook maar mensen (1987), p. 203-217; J. Vermeulen, ‘De stijl
van Jef Geeraerts' debuut’, in: Spieghel der Letteren 30 (1988) 4, p. 241-261; Hugo
Bousset, ‘Jef Geeraerts: schrijven met gal en tranen’, in: Grenzen verleggen: de
Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986 (1990), p. 98-103; Dina Hellemans e.a. Profiel Jef
Geeraerts (1991); Jef Geeraerts-nummer van Bzzlletin 23 (1993-1994) 208; Ton Anbeek,
‘Het donkere hart: Walschap, Geeraerts en Kongo’, in: Ons Erfdeel 38 (1995) 1, p.
75-87; Eddy C. Bertin, ‘Zes kogels voor Jef Geeraerts’, in: Krijsende muren (1998),
p. 446-458; Mark Schaevers, ‘Jef Geeraerts’, interview in: De verdwijning van de
schrijver (2000), p. 75-90.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2005]