Februari, M.
Pseudoniem van Marjolijn Drenth, Nederlands prozaschrijfster (Coevorden 23.2.1963).
Studeerde kunstgeschiedenis en filosofie in Utrecht, waar ze in dat laatste vak afstudeerde in
1985. Later voltooide ze ook nog de studie kunstgeschiedenis (1986) en de studie Nederlands
Recht (1990). Vanaf 1991 vervulde ze een promotieplaats bij de Faculteit Wijsbegeerte aan
de Katholieke Universiteit Brabant.
Februari is vanaf 1991 redactrice van het tijdschrift
Filosofie & praktijk. Ze schrijft essays,
columns, recensies en verhalen voor onder meer Vrij Nederland, Optima, HP/De Tijd en NRC
Handelsblad. In 1989 verscheen haar prozadebuut met de roman
De zonen van het uitzicht.
De roman is opgebouwd uit prozafragmenten en heeft een verhaallijn die niet lineair verloopt,
maar een grote mate van verbrokkeling vertoont, waarbij veel invulling aan de lezer wordt
overgelaten. Er is sprake van een weldoordachte botsing van rechtlijnige rationaliteit en een
dubbelzinnige interpretatie van de werkelijkheid. Die voorkeur voor het tot uiting brengen
van de ambivalentie ten opzichte van de werkelijkheid kenmerkt ook de verhalen van
Februari, zoals het in Yang gepubliceerde verhaal ‘Een formele verklaring van oud en
nieuw’ (1991). In 2000 verscheen een bundel nieuwe Nederlandse verhalen onder de titel
Het winnende lot, waaraan ook Februari bijdroeg.
Voor
De zonen van het uitzicht kreeg Februari in 1990 de Multatuliprijs.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; A. Neefjes, ‘Geen sterveling’,
interview in: Dietsche Warande & Belfort 139 (1994) 1, p. 116-124; K.D. Beekman,
‘Manet bij portmoderne schrijvers en schilders’, in: G.J. van Bork en N. Laan (red.).
Kunst & letterkunst (2000), p. 9-20; A. Mertens e.a., ‘M. Februari/Marjolein Drenth’,
in: Revisor 27 (2000) 4, p. 29-74; B. Vervaeck, ‘Het gemis als panorama’, in: Ons
Erfdeel 44 (2001) 1, p. 12-20.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2004]