Faro, Isaac
Pseudoniem van Cornelis Israël, Nederlands prozaschrijver (Amsterdam 17.6.1922 -
7.3.2003). Volgde een waterbouwkundige opleiding en werkte tot 1943 bij de Provinciale
Waterstaat in Goes. Na WO II werkte hij als ingenieur in beton- en staalconstructies in civiele
dienst.
Faro schreef een aantal romans en verhalen die door de literaire kritiek zijn gekenschetst als
‘ontspanningsliteratuur’. Faro zelf zag zich als een ‘amateur-schrijver’ die
‘liefhebberde’ in allerlei genres van de literatuur. Zijn debuut,
Heksen huilen niet, of
De oranje pyjama (1961) kan beschouwd worden als een ontwikkelingsroman.
De
rokkenjagers (1963) is een soort detective en
De knagende worm. Uit de papieren van
Jacobus Nachtegaal (1964) een historische avonturenroman. In later werk speelt het thema
van doorbroken tijdsgrenzen een rol, zoals in
De paradijsklok (1971).
Faro's werk is doorgaans doortrokken van speelse ironie, wrange humor en soms bijtend
sarcasme, vooral waar het om de man/vrouw-verhoudingen in zijn werk gaat. Veel van Faro's
romans en verhalen spelen op de Zeeuwse of Zuidhollandse eilanden die met hun historische
waterbouwkundige ontwikkelingen een terrein vormen waarvan Faro goed op de hoogte is.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; Vera Dunham, ‘In gesprek
met Isaäc Faro’, in: Maatstaf 18 (1970-1971) 4/5, p. 242-255.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2004]