Engelen, A.W.
Adriaan Walraven Engelen, Nederlands dichter en prozaschrijver
(Valburg 23.8.1804 - Velp 28.1.1890). Op de door hem bezochte
kostschool in Elburg kreeg hij onderwijs in de klassieken. Vanaf 1820 studeerde
hij rechten te Groningen, waar hij in 1826 promoveerde op een proefschrift getiteld Selecta de
decemviris eorumque legibus. In 1829 schreef hij zich op dezelfde hogeschool in als student
letteren, maar deze studie voltooide hij wegens de tijdsomstandigheden niet: in 1830 trok hij
met de Groningse flankeurs mee in de strijd tegen de Belgen, van welke tocht hij eind 1831
terugkeerde. Van 1833 tot 1843 was hij rector van dezelfde Elburgse kostschool waarvan hij
leerling was geweest, van 1843 tot 1877 kantonrechter te Tiel, terwijl hij van 1849 tot 1853
zitting had in de Tweede Kamer. Na zijn pensionering leefde hij ambteloos te Velp.
Engelen debuteerde als 17-jarige met het vers ‘Nagedachten’, ondertekend met E. in het
oktobernummer van de Vaderlandsche Letter-oefeningen. In zijn studententijd schreef hij
meer gedichten, grotendeels gebundeld in Poezy (1829). In 1828 verscheen zijn
berijmde vertaling van het eerste deel van Vergilius' Aeneïs, in 1830 gevolgd door
Kusjens, een vrije navolging van de Basia van Janus Secundus. Onder het
pseudoniem Herman van Apeltern publiceerde hij Eduard Dalhorst. Een Nederlandsch
verhaal uit het laatst der zeventiende eeuw (2 dln, 1829), een der eerste historische
romans uit de Nederlandse letterkunde, die speelt in de Betuwe. Onder dezelfde naam
verscheen later nog De grot van Fosto (3 dln, 1840-1841), spelend in het eerste
kwart van de zeventiende eeuw.
Het meeste naam heeft Engelen echter gemaakt met bloemrijke verslagen van door hem
gemaakte reizen, veelal te voet, waaronder Parijs in 1834 (2 dln, 1835) en
Wandelingen door Brussel en een gedeelte van België in 1836 (1837). Op
gevorderde leeftijd publiceerde hij, ditmaal onder het pseudoniem Mr. H. van A., zijn zeer
leesbare memoires: Uit de gedenkschriften van een voornaam Nederlandsch
beambte (1882, fotografisch herdrukt in 1977) en Herinneringen van vroeger en
later leeftijd (1884).
Literatuur: E.J. Potgieter, in: Kritische Studiën II (1886); (J.) H(uf) v(an) B(uren), ‘Mr.
A.W. Engelen’, in: De Nederlandsche Spectator (1890); W. van de Poll. Mr. A.W.
Engelen. Eene levensschets ([1894]); K.M. Wagemans, ‘Invloeden op de ontwikkeling van
de historische roman in de periode 1827-1840, of De redevoering en de Roos’, in: De
Negentiende Eeuw, 6 (1982) 4, p. 149-158.
D. Welsink
[aangevuld, januari 2004]