Emmens, Jan
Jan Ameling Emmens, Nederlands dichter en kunsthistoricus
(Rotterdam 17.8.1924 - Utrecht 12.12.1971). Studeerde rechten te
Leiden en vervolgens kunstgeschiedenis in Parijs en Utrecht. Was werkzaam als
kunsthistoricus bij de Rijksuniversiteit te Utrecht en van 1958 tot 1961 tijdelijk directeur van
het Kunsthistorisch Instituut te Florence. Promoveerde in 1964 op een proefschrift over
Rembrandt en de regels van de kunst dat bekroond werd met de Karel van Manderprijs in
1965 en met de Dr. Wynaendt Franckenprijs in 1967. Vanaf 1967 was Emmens hoogleraar
algemene kunstwetenschap en iconologie.
Emmens behoorde tot de medewerkers van de tijdschriften Libertinage en Tirade, waarmee
hij gekarakteriseerd kan worden als een auteur in de traditie van Forum. In toon en visie toont
hij ook die verwantschap in zijn werk, met een sterke relativering van en scepticisme over
traditie en idealen. Poëzie is bij Emmens een wijze van spreken onder vrienden over
levensproblemen. In de door hemzelf als debuut beschouwde bundel Kunst- en
vliegwerk (1957) zijn allerlei vormen van autoriteit zijn doelwit. Bovendien is er in zijn
gedichten sprake van een voortdurende controverse tussen verstand en gevoel, en tussen
ideaal en werkelijkheid, vaak tot uiting gebracht in de tegenstelling tussen kind en
volwassene. Daaruit vloeit ook Emmens' voorkeur voor het aforisme voort, omdat daarin deze
tegenstellingen bondig verwoord kunnen worden.
Emmens Verzameld werk verscheen in 4 delen in de jaren 1979 tot 1981.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; Jan Emmens (1924-1971). In
Memoriam-nummer Tirade 16 (1972) 180; F. Balk-Smit Duyzentkunst, ‘Het kind en de
redelijkheid’, in: De Revisor 7 (1980) 3, p. 46-54; A. Korteweg, ‘Jan Emmens, 1924-1971: Wie slaapt vergeet zichzelf niet maar een ander’, in: Hollands Maandblad 33 (1992)
3, p. 14-22.
G.J. van Bork
[aangevuld, januari 2004]