Doncker, Maurits de
Vlaams dichter (Gent 21.11.1903 - Gent 4.9.1966). Ambtenaar bij het
Ministerie van Justitie. Debuteerde in 1926 met een bundel socialistische
‘gemeenschapsverzen’ in Menschelijk inzicht. Zijn tweede bundel is veel
individualistischer en vertoont weemoedige en sensuele trekken: Gedoof der vuren
as (1929). In Kwatrijnen (1930) en Het schoon bedrog (1934)
trekt hij die lijn door en dicht hij over de vergankelijkheid van het bestaan in pessimistische,
soms zelfs verbitterde verzen.
Voor Opera (1935) ontving hij de August Beernaertprijs van de Koninklijke
Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. In 1951 verscheen zijn vertaling van de
Rubaiyát van Omar Khayyam.
Literatuur: WP-lexicon; P. Berkenman. Maurits de Doncker (Oostvlaamse literaire
monografieën, dl. 3, 1980); J. de Vos, ‘Een merkwaardige samenwerking in het
interbellum: de dichter Maurits de Doncker en de gebroeders Cantré’, in: Interbellum 15
(1995) 3, p. 5-9.
J. Vercammen
[aangevuld, februari 2003]