Cartens, Daan
Nederlands auteur (Delft 6.7.1958). Zoon van Jan Cartens.
Studeerde geschiedenis en was redacteur van het tijdschrift Bzzlletin. Hij stelde een bundel essays
over Cees Nooteboom samen, een auteur waarvan hij zelf invloed onderging.
Cartens is werkzaam bij het Letterkundig Museum in Den Haag.
Cartens debuteerde in 1983 met verhalen in Duel, in 1985 gevolgd door zijn eerste
kleine roman God weet hier niets van. In Duel doet Cartens zich kennen als een
schrijver van verhalen over de liefde als een proces van aantrekking en afstoting, een mentaal duel
tussen geliefden. Zijn proza draagt de sporen van melancholie over de vergeefsheid en vervreemding
van elk menselijk contact. Het lijkt erop dat die vervreemding en eenzaamheid alleen op te lossen
zijn in de poëzie en mogelijk in de liefde. In zowel God weet hier niets van als in De
droefheid van mannen (1994) maakt Cartens gebruik van een fragmentarische manier van
vertellen, waarbij het erop lijkt alsof zijn boeken gebaseerd zijn op losse beelden omdat zijn
personages geen greep op een samenhangende werkelijkheid kunnen krijgen.
In 1988 was inmiddels ook poezie van Cartens verschenen onder de titel Na Nero.
Literatuur: Oosthoek; A.M. Musschoot, [Over Duel]. in: Ons Erfdeel 26 (19830 5, p.
756-758; J. Diepstraten, ‘De droefheid van mannen’, interview in: De kunst van het
schrijven (2000), p. 190-192.
G.J. van Bork
[nieuw, november 2002]