Carmiggelt, Simon
Simon Johannes Carmiggelt, Nederlands dichter en prozaschrijver (Den
Haag 7.10.1913 - Amsterdam 30.11.1987). Begon als journalist in zijn
geboortestad, maar zou al spoedig faam verwerven met zijn columns, korte prozastukjes waarin hij
op humoristische manier voorvallen uit het dagelijks leven beschrijft in de hem typerende ironische
stijl. Die stijl kenmerkt zich vooral door understatement, woordspelingen en onverwachte
zinsconstructies.
In 1944 vestigde hij zich in Amsterdam waar hij meewerkte aan de illegale pers. Dat bracht hem in
contact met Het Parool waaraan hij vanaf 1945 onder het pseudoniem Kronkel bijna dagelijks zijn
cursiefje bijdroeg. Uit deze bijdragen stelde hij regelmatig bundels samen die doorgaans een
gemeenschappelijk onderwerp of uitgangspunt hebben. Die onderwerpen zijn op zichzelf weer
typerend voor het werk van Carmiggelt: Kroegbezoek in Kroeglopen I (1962) en
Kroeglopen II (1965); kinderen in Klein beginnen (1950); katten in
Poespas (1952); bejaarden in Oude mensen (1963).
Onder het pseudoniem Karel Bralleput schreef Carmiggelt ook poëzie die gebundeld werd in
Het jammerhout (1948), Al mijn gal (1954) en
Fabriekswater (1956). Ook deze poëzie vertoont de al eerder vermelde
eigenschappen van zijn proza: het spel met de ontnuchterende werkelijkheid via ironie en
understatement.
Carmiggelt schreef talloze cabaretteksten voor Wim Kan en Wim Sonneveld. Sommige daarvan zijn
bewerkingen van eerdere cursiefjes. Voorts verzorgde hij teksten voor films van Bert Haanstra,
waarvoor hij de tekst vaak zelf insprak. De VARA-televisie heeft Carmiggelt jarenlang een cursiefje
laten voorlezen als een soort ‘dagafsluiting’.
In 1987 verzorgde Carmiggelt samen met Peter van Straaten (wiens tekeningen
overigens de sfeer van Carmiggelts teksten uitstekend benaderen) een boek over collegaschrijvers
onder de titel Het literaire leven. Die samenwerking kwam al eerder tot uiting in de in
1976 verschenen selectie uit Honderd dwaasheden (1946), verschenen onder de titel
Dwaasheden. Carmiggelt correspondeerde met Gerard Reve, die zijn
kant van die correspondentie publiceerde in Brieven aan Simon C., 1971-1975
(1982). Carmiggelt gaf zijn brieven uit in Met de neus in de boeken (1983). Zijn grote
affiniteit met het werk van Willem Elsschot kwam tot uiting in tal van cursiefjes die
hij aan deze Vlaamse auteur heeft gewijd. In 1985 stelde hij Ontmoetingen met Willem
Elsschot (Open Domein) samen, waarin hij verslag uitbrengt van zijn bezoeken aan de auteur
van Lijmen en Het been en tevens brieven en nagelaten manuscripten opneemt.
In 1989 werd in Amsterdam een tentoonstelling gewijd aan Simon
Carmiggelt: Sporen van S. Carmiggelt. Sedert 1985 bestaat er een Vereniging van
Carmiggeltvrienden die een eigen periodiek uitgeeft onder de titel Speciaal voor ons. Nieuwsblad
voor Carmiggeltvrienden. In 1991 werd in De Steeg (gemeente Rheden, aan de
rand van de Veluwe, waar Carmiggelt vaak zijn vakantie doorbracht en waar hij ook regelmatig
over schreef) ter ere van Simon en Tiny Carmiggelt een gedenkplaat aangebracht. Al deze
gebeurtenissen laten zien dat de belangstelling voor Carmiggelts werk steeds groter is geworden en
ook literair erkenning heeft gevonden. Dat wordt bevestigd door de vele literaire prijzen die hem zijn
toegekend: onder meer de Jan Campertprijs in 1953, de Constantijn Huygensprijs in 1961 en de
P.C. Hooftprijs in 1974.
Al geruime tijd herdrukt De Arbeiderspers het werk van Carmiggelt, waarbij twee oorspronkelijke
uitgaven gecombineerd worden in een band. Op die manier ontstaat geleidelijk iets dat op een
‘Verzameld Werk’ begint te lijken.
Literatuur: BWN; Oosthoek; WP-lexicon; Carmiggelt, een uitgave samengesteld t.g.v. de bekroning van het oeuvre van Simon Carmiggelt met de vijfjaarlijkse prijs van de Amsterdamse boekverkopersvereniging (1967); M. Ros en G. Komrij, ‘In gesprek met Simon Carmiggelt’ in: Maatstaf 18 (1970-1971) 6, p. 431-445; S. Carmiggelt, uit en over zijn werk (19722); J.
Florquin, ‘Gesprek met Simon Carmiggelt’, in: Ten huize van ... 9 (1973) p. 9-86; Kijk, S.
Carmiggelt. De schrijver in beeld (19732): G. Bomans, ‘Bij Carmiggelt thuis’, in: Van de
hak op de tak (19736) p. 119-159; L. Verhuyck en Th. Jochems. Simon Carmiggelt (Grote
ontmoetingen 2, 1975, 19782); F. de Swert, ‘Simon Carmiggelt’ in: Zes auteurs in beeld
(1977) p. 7-28; C. de Ruiter. Over het proza van Simon Carmiggelt (Synthese, 1979); Tony van
Verre ontmoet Simon Carmiggelt (1979); G. Reve en S. Carmiggelt. In gesprek (opgetekend
door Max van Rooy e.a. 1980); Ch. Boost, Ed van Thijn e.a.. Carmiggelt 70 (1983); R.
Rubinstein. Mijn beter ik. Herinneringen aan Simon Carmiggelt (1991); K. Fens, ‘Paradijs in
de schemer’, in: Voetstukken, een keuze uit de essays 1964-1980 (1991), p. 140-151; A.
Leijdekker. ‘Enig’ werk van Simon Carmiggelt, tentoonstelling (1992); R. Broens.
Carmiggelt op een rijtje. Overzicht van alle boeken van de hand van S. Carmiggelt (19952);
S. Witteman en Th. van den Bergh. S. Carmiggelt. Een levensverhaal (1998); H. van Gelder.
Carmiggelt. Het levensverhaal (1999); A. Meinderts en D. Welsink (red.). Vier lichte
letterheren (Schrijversprentenboek 44, 1999).
G.J. van Bork
[nieuw, november 2002]