Buckinx, Pieter Geert
Maria Pieter Clément Jan Geert Buckinx, Vlaams dichter en essayist
(Kortessem 6.2.1903 - Jette 23.1.1987). Ambtenaar; behoorde tot de
oprichters-redacteuren van De Tijdstroom (1930-1935) en Vormen (1936-1940). Buckinx was
een tijdlang amateur toneelspeler, schreef een aantal toneelstukken, was recensent en docent
toneelletterkunde aan het Instituut voor Journalistiek in Brussel. Hij was redacteur van Dietsche
Warande & Belfort sinds 1939 en vanaf 1979 van 't Kofschip.
In 1925 debuteerde Buckinx met een toneelstuk en enkele essays, hoorspelen en verhalen voor de
jeugd, maar hij is vooral dichter. Zijn eerste twee bundels sloten aan bij het humanitaire
expressionisme. Voornaamste werken zijn De dans der kristallen (1936),
Droomvuur (1940), De vleugelen van Icarus (1944 - een jaar later
bekroond met de Interprovinciale Prijs van Vlaanderen voor poëzie), De verzoeking der
armoede (1950), De oevers van de stroom (1958), De zevende
dag (1961) en Bijna aan de grens (1975).
Zijn poëzie evolueerde van een gesloten systeem naar meer openheid, van een gebondenheid aan
het zinnelijke naar onthechting en streven naar het bovenzinnelijke, van een dualiteit tussen lichaam
en geest naar een hogere synthese, een ontdekken van ‘la santé cosmique’. Het thema van
deze poëzie is de dichter-als-balling en het zoeken naar spiritualistische uitwegen uit deze
vervreemding. In hun aristocratische verfijndheid en klassieke eenvoud plaatsen zijn gedichten de
lezer voor het eeuwige probleem van de bestemming van de mens. In 1969 verscheen zijn
autobiografie Het ligt voor de hand. In 1983 kreeg Buckinx de Staatsprijs voor
Poëzie voor zijn gehele oeuvre.
Vanaf 1988 wordt door de P.G. Buckinx-Stichting een reeks cahiers over de dichter samengesteld.
Literatuur: A. Westerlinck, ‘De poëzie van P.G. Buckinx’, in: Luister naar die stem
(1942) p. 13-45; J. de Ceulaer, in: Te gast bij Vlaamse auteurs (3, 1963), p. 11-17; L. Sourie.
Mens en kunstenaar (1956); R. Verbeeck. Pieter G. Buckinx (1964); R.F. Lissens,
‘Voorstelling van P.G. Buckinx als lid van de Academie’, in: Jaarboek Kon. Vlaamse Acad.
voor Taal- en Letterkunde (1971), p. 85-88; Huldenummer van 't Kofschip 6 (1978)1/2;
Buckinxnummer van Vlaanderen 32 (1983) 193; R. van de Perre, ‘De poëzie van Pieter G.
Buckinx’, in: De Vlaamse Gids 70 (1986) 2, p. 2-7.
H. Bousset en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]