Brederode, Désanne van
Nederlands prozaschrijfster (Utrecht 2.11.1970). Van Brederode studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte mee aan het radioprogramma Knetterende Letteren en schreef voor De Groene Amsterdammer. In 2006 werd ze columniste voor het zondagse televisieprogramma Buitenhof. Ze is gehuwd met Volkskrantrecencent Arjan Peters.
In 1994 debuteerde Désanne van Brederode met de roman Ave
verum corpus = gegroet waarlijk lichaam. De roman beschrijft het liefdesleven van een studente filosofie en wekt de indruk autobiografisch te zijn. Dat geldt ook voor de rooms-katholieke opvoeding van Van Brederode en haar specifieke relatie tot de Christusfiguur die een rol speelt in deze roman. In het algemeen kan men zeggen dat het werk van Van Brederode doortrokken is van persoonlijke belevenissen en visies, filosofische kwesties zowel als godsdienstige achtergronden.
Na Ave verum corpus volgde Oerboek (1997) en in hetzelfde jaar een bloemlezing ‘bezielde’ verhalen uit de Nederlandse literatuur. In 1998 verscheen Stiller leven, een essay dat ze schreef voor het Thijmgenootschap over communicatie en de manier waarop men omgaat met informatie en de moderne communicatiemiddelen.
In Mijn denken is een hartstocht (2002) verzamelde Van Brederode een aantal belangrijke filosofische teksten uit de negentiende eeuw die ze van korte en verhelderende essays voorzag. Tussen september en november 2004 hield Van Brederode een dagboek bij waarin ze gebeurtenissen uit haar privéleven, maar ook voorvallen uit het publieke leven in Amsterdam, zoals de moord op Theo van Gogh en de dood van André Hazes en de reacties daarop, optekende. Het dagboek verscheen onder de titel Barsten (2006). Met Modern dédain (2006) publiceerde ze een polemisch essay over de popularisering van kunst en cultuur.
Ter gelegenheid van de maand van de filosofie schreef Désanne van Brederode Brief aan een gelukzoeker (2007), gericht aan een allochtone immigrant die ze informeert over de Nederlandse mentaliteit. In datzelfde jaar verscheen Hart in hart (2007), een roman over verlies en dood.
Literatuur: BNTL; B. Vervaeck, ‘Mystica of hysterica?’, in: Nieuw
Wereldtijdschrift 12 (1995) 1, p. 71-73; R. Zweedijk, ‘Zoeken naar de bekende weg.’, in: Vooys 14 (1995-1996) 1, p. 51-53.
J. Dirksen, ‘Désanne van Brederode's Ave verum corpus' in klas of leeskring’, in: Mijn God, speciaal nummer van Tsjip 6 (1996) 4, p. 53-58, 126-128; H. Bousset, ‘Nood Gods. Over Désanne van Brederode en Gerard Reve’, in: Geritsel van papier (1996), p. 38-49; D. van Brederode, ‘Passie: preken of mee-delen’, in: P. de Martelaere (red.). Passies: tussen extase en discipline (1998), p. 25-34; S. Vitse, ‘Symbolisch geweld en vrijblijvend geflirt’, in: Dietsche Warande & Belfort 150 (2005) 2, p. 279-289.
G.J. van Bork
[nieuw, juni 2007]