Besnard, Albert
Albert Pierre Adolphe Aloysse Besnard, Nederlands dichter (Den
Haag 22.6.1887 - Bloemendaal 1.10.1966). Jeugdvriend van J.C.
Bloem. Was van 1903 tot 1911 beroepsmilitair, van 1911 tot 1913 planter op Sumatra en
Java, van 1914 tot 1918 dienstplichtig militair en daarna journalist. Publiceerde
Sonnetten (1917) en De bloei en andere gedichten (1923), welke
twee uitgaven gewijzigd opnieuw werden uitgegeven onder de titel Opstand en
wroeging (1925, met een inleiding van J.C. Bloem). Gedurende de jaren 1930-1942 was
Besnard hoofdredacteur van de Sumatrapost en later van het Medan-Bulletin. In die periode
schreef hij onder het pseudoniem Dr. Anseb onder meer het verhaal De grond van Deli (1938)
voor de lezers van de Sumatrapost. In 1942, geïnterneerd in een Japans kamp, kwam hij weer tot
het schrijven van poëzie.
Zijn verzorgde versvorm bedwingt de felle spanningen van aards vitalisme en kosmisch gevoel, van
zondebesef, vertwijfeling en metafysische verbondenheid. Sedert 1947 weer in Nederland,
publiceerde Albert Besnard de lyrische bundel Doem en dorst
(1952) en de episch-religieuze cyclus in alexandrijnen, Drama (1959).
Literatuur: Oosthoek; WP-lexicon; P.H. Dubois, Levensbericht in: Jaarboek Mij. Ned.
Letterk. 1972-1973 (1974), p. 58-72; J.C. Bloem, ‘Albert Besnard’, in: A. Korteweg en Sj.
van Faassen (red.). Ongewild archief (1977), p. 54-59; G.H. 's-Gravesande, interview in: Al
pratende met... (1980), p. 5-14; H. de Vries, ‘Albert Besnard. Oosterse pracht en luister’,
in: J. van der Vegt (red.). Kritiek als credo (1980), p. 101-112; F. Bordewijk, ‘De kosmische
poëzie van Albert Besnard’, in: Verzameld werk, dl. 12 (1989), p. 140-143; F. Bordewijk,
‘Het gevoel en zijn verlegenheden’, in: Verzameld werk, dl. 13 (1991), p. 92-96.
G. Stuiveling en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]