B
Baaren, Theo van
Theodorus Petrus van Baaren, Nederlands godsdiensthistoricus en dichter
(Utrecht 13.5.1912 - Groningen 4.5.1989). Van Baaren werd rooms-katholiek opgevoed, maar werd al jong vrijzinnig hervormd. Hij volgde een kweekschoolopleiding,
deed staatsexamen gymnasium en studeerde theologie in Utrecht. In 1951 promoveerde hij op
Voorstellingen van openbaring phaenomenologisch beschouwd. Proeve van inleidend
onderzoek, voornamelijk aan de hand der primitieve en oude godsdiensten. Een jaar later werd
hij hoogleraar godsdienstwetenschappen in Groningen, in welke functie hij nog tal van publicaties
deed verschijnen op zijn vakgebied.
Al voor WO II was Van Baaren als dichter actief. Hij droeg als protestants-christelijk dichter bij
aan tijdschriften als Opwaartsche Wegen, De Werkplaats en Elckerlijc. Een eerste bundeling van
zijn gedichten verscheen in Terugkeer, in 1936 in eigen beheer uitgegeven, evenals de
bundel Toegang (1937). Daarom geldt zijn bundel Gedichten (1939)
als zijn officiële debuut.
Van Baaren behoorde toen tot de groep dichters rond Criterium, maar raakte al vrij snel onder de
indruk van het modernisme. In het tijdschrift De Schone Zakdoek (1941-1944), waarvan telkens
maar één exemplaar gemaakt werd, experimenteerde hij met allerlei genres. Daaruit blijkt zijn
interesse voor surrealistische en dadaïstische kunst.
De poëzie uit de bundel Gedichten ademt een pessimistische geest. Gevoelens van ondergang en
angst worden verwoord in een vorm die aan Marsman doet denken. De droom als
bron voor onverwachte associatieve verbanden wordt daarbij veelvuldig benut.
Tijdens Van Baarens hoogleraarstijd verscheen nog nauwelijks scheppend werk. In 1978, na zijn
emeritaat, verscheen pas weer een bundel: Op het water geschreven. Toen kwamen
vlak na elkaar ook andere poëziebundels: De leegte tussen twee lampen (1979),
In de lussen van de taal (1980), Een wereld van as (1981), De
steen vergat te bloeden (1983) en Dromen hardop (1984). In deze latere
poëzie, die nog steeds beheerst wordt door thema's als verval, ontbinding en ondergang, speelt nu ook
de dood, verbeeld als nacht of duisternis, een belangrijke rol. Ook de droom keert in deze poëzie
terug, nu als verbindende schakel tussen buiten- en binnenwereld.
Van Baarens poëzie heeft geen grote lezerskring gekregen en ook de literaire kritiek was nogal
verdeeld over zijn kwaliteiten. Dat gold overigens niet voor het tijdschriftje De Schone Zakdoek,
dat sinds het optreden van de Vijftigers een stijgende belangstelling heeft ondervonden. In 1981
verscheen een bloemlezing uit het blad: De Schone Zakdoek 1941-1944.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; Th. Lieske, ‘Poëziekroniek’,
in: Tirade 31 (1987) 305, p. 101-112; ‘Theo van Baaren’, spec. nr. van Gerucht 6 (1989)
3/4; H. Renders. Verijdelde dromen. Een surrealistisch avontuur tussen De Stijl en Cobra
(1989), p. 31-63: P. Calis. Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen
1941 en 1945 (1989), p. 55-103; Theo van Baarennr. Bzzlletin 20 (1990) 180; L. van Krevelen,
‘Theodorus Petrus van Baaren: Utrecht 13 mei 1912 - Groningen 4 mei 1989’, in: Jaarboek
Mij. der Ned. Letterkunde (1993-1994), p. 90-102.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2002]