Wolkers, Jan (Hendrik)
Nederlands romanschrijver en beeldhouwer (Oegstgeest
26.10.1925). Derde zoon uit een orthodox-christelijk gezin, waarin de vader een
dominerende rol speelde. Na de lagere school, waarin zijn tekentalent zich al
begon te manifesteren, laat hij zich inschrijven aan de Leidse
Schildersacademie Ars Aemula Naturae, terwijl hij zich in leven houdt met
versch. baantjes zoals dierenverzorger, tuinjongen en jongste bediende op een
distributiekantoor. Na wo ii studeert hij beeldhouwkunst aan de Haagse Academie
voor Beeldende Kunst en vervolgens aan de Rijksacademie te Amsterdam. Werkt op
uitnodiging van de Franse regering een jaar bij Zadkine te Parijs. Het beeld
`Jongen met haan' wordt in 1956 bekroond met de Sint Lucasmedaille.
Grotere bekendheid zal hij evenwel krijgen dank zij zijn
proza. Na enkele verhalen in Podium debuteert hij in 1961 met de
verhalenbundel Serpentina's petticoat. Een jaar later verschijnt de
roman Kort Amerikaans waarmee zijn succes als schrijver gevestigd wordt,
in 1963 gevolgd door een nieuwe verhalenbundel, Gesponnen suiker, en de
roman Een roos van vlees. Ook met toneel heeft Wolkers zich
aanvankelijk, en met succes, beziggehouden. In 1963 verschijnt De Babel,
geschreven in opdracht van de gemeente Amsterdam en opgevoerd door Studio. In
1966 wordt zijn eenakter Wegens sterfgeval gesloten (1963) opgevoerd
door het Nieuw Rotterdams Gezelschap.
Het vroege werk van Jan Wolkers kan men zien als een
afrekening met zijn streng calvinistische opvoeding in het dogmatische milieu
van zijn geboortedorp Oegstgeest. Die achtergrond speelt het meest duidelijk
een rol in zijn op persoonlijke herinneringen gebaseerde Terug naar
Oegstgeest (1965). De bij het verschijnen van zijn verhalen en romans als
schokkend ervaren beschrijving van seksualiteit en sadisme in een sfeer van
schuld en boetebesef trokken vooral bij een jongere generatie sterk de
aandacht. Het grondthema daarbij is de bevrijding van de dominante vaderfiguur
en van de levenssfeer waar deze een vertegenwoordiger van is. Met dit thema
hangt ook de ambivalente houding ten opzichte van dieren samen, die van een
zekere tederheid getuigt, maar ook in sadisme kan omslaan.
In diezelfde jaren ontwikkelt Wokkers zich tot communist
en toont ook in zijn werk een steeds sterker wordend engagement:
antikapitalistisch en antikolonialistisch. Duidelijk komt deze ontwikkeling tot
uiting in het autobiografische Werkkleding (1971). Geleidelijk evolueert
het werk van Wolkers