Wolf, Josephus de
Zuidnederlands dichter (Dendermonde 4.3.1748-?).
Priester-surveillant aan het Theresiaanse College te Gent - lange tijd verward
met de theoloog Judocus de Wulf (geb. in Nazareth) -, wiens leven en - ten dele
anonieme - werk door een waas van geheimzinnigheid omhuld blijven.
Hij liet een indrukwekkende reeks religieus-moraliserende
geschriften na, veelal in dreunende alexandrijnen gesteld en in een
symbolisch-mythologisch kleed gestoken, maar waaruit vaak ook een moderne
getourmenteerde persoonlijkheid spreekt, sterk beïnvloed door het
verlichte rationalisme. Ook vertaalde hij grote delen van Ovidius (De
herscheppingen van Ovidius, 1779) en Vergilius (Leven der herderen door
Vergilius, z.j.), imiteerde de stijl der klassieke pastorale en maakte
poëtische bewerkingen van de bijbel.
Niet met zekerheid aan hem toe te schrijven zijn twee
zedengispende dialogen in spectatoriale trant; zijn auteurschap van het
beruchte pamflet Den geest der reden (1777) daarentegen, een
sceptisch-rationalistische kritiek op de geopenbaarde godsdienst, mag als
vaststaand worden beschouwd. De omstandigheden van De Wolfs plotse en
mysterieuze verdwijning na 1781 bleven onopgehelderd.