Wessem, (Jacques) Constant van
Nederlands (roman)schrijver en essayist ('s-Gravenhage
25.4.1891-Wassenaar 21.12.1954). Was van 1916-1922 redacteur van Het
Getij en van 1924-1939 van De Vrije Bladen. Ook maakte hij enige
tijd deel uit van de redactie van het tijdschrift De Filmliga. Zijn
streven naar vernieuwing bracht hem dicht bij de expressionisten; zijn aandacht
ging echter vooral naar de functionaliteit van de taal, zoals deze in de nieuwe
zakelijkheid werd beklemtoond.
Het dynamische en het tempo verleenden aan zijn proza een
lichtvoetige snelheid zoals daarvoor in de Nederlandse literatuur weinig bekend
was. Een sterke muzikaliteit gaf het een gevoelige, wat nerveuze toets. Zijn
belangstelling voor de geschiedenis richtte zich vooral op het begin van de
19de eeuw. Daarbij was hij een typisch stadsmens, met een voorkeur voor Parijs.
Naast muziekkritieken schreef Van Wessem biografieën over componisten,
o.a. Claude Debussy (1920) en Liszt (1931) - waarvan in 1948 een
uitgebreide druk verscheen onder de titel Galop chromatique. Roman van
romantische tijden - en studies over musiceren en de geschiedenis van de
muziek (Moderne Fransche musici, 1928). Ook uit zijn historische
verhalen en romans blijkt dat Van Wessem vooral geboeid was door
persoonlijkheden. Dit betreft o.a. De ijzeren maarschalk. Het leven van
Daendels, `soldat de fortune' (1932) en Jacht op Bonaparte. Een
Talleyrandroman (1940). Samen met C.J. Kelk publiceerde hij onder ps.
Frederik Chasalle het dichtbundeltje Lampions in den wind (1921) en
enkele toneelstukken, die aan de commedia dell'arte doen denken: De
terugkeer van Don Juan of de Alcalà'sche moordverwarring (1924) en
Harlekijn (1932). Ook vertaalde hij samen met hem en E. Vergé
Ubu koning, van A. Jarry. Van de in zijn eigen tijd spelende romans zijn
te vermelden: Celly, Lessen in charleston (1931, 19372) en
Margreet vervult de wet (1936). Vooral de bijzondere stijl en het
beeldgebruik van de eerste maakten zo'n indruk dat Marsman bereid was een
inleiding te schrijven bij de tweede druk; de tweede roman heeft als onderwerp
de bewustwording van de vrouw. Van enig literairhistorisch belang is zijn roman
Slauerhoff. Een levensbeschrijving (1941) en Mijn broeders in
Apollo (1941), dat herinneringen bevat. In 1951 ontving hij de Marianne
Philipsprijs.