Tien esels, Vanden
Nederlands moraliserend werkje, wsch. kort na 1520
ontstaan en bewaard in twee drukken (1558 en 1580). Het indertijd populaire
geschriftje is in tien hoofdstukken verdeeld, gedeeltelijk in proza en
gedeeltelijk in rederijkersverzen (vooral refreinen). In de tiende `ezel'
verklaart de auteur dat de eerste negen `ezels' uit het Engels werden vertaald,
terwijl voor de tiende een `schoon vrouken' de inspiratie leverde. In het Duits
kent men een gedicht `von den neun eslien'. Het is niet ondenkbaar dat de
Antwerpse drukker Jan van Doesborch zelf de tekst uit het Engels heeft
vertaald, en misschien heeft hij voor de verzen de medewerking verkregen van
Anna Bijns. Het refrein van de tiende `ezel' bevat verzen die zeker van haar
hand zijn.